FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496  
497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  
ondgebied gedaan arrest; en terwijl een paar dienaars met de sloep naar den hoeker voeren om de bagage te halen, begaven wij ons naar den herberg; Heynsz ging vooruit met den goeden Pulver, die onophoudelijk zijn verbazing te kennen gaf over den zonderlingen loop dien de zaak genomen had; Van Lintz volgde, den arm aan zijn dochter gevende, terwijl ik aan zijn andere zijde liep en twee dienaars den trein besloten; de halve bevolking klotste achter en om ons heen, en Lodewijk, blijkbaar met zijn figuur verlegen, liep aan de andere zijde van de straat. Hij volgde ons in de herberg, eischte een glas brandewijn, dat hij dadelijk naar binnen sloeg, en zette zich in een donkeren hoek, terwijl Van Lintz en aan een andere zijde plaats namen. "Waar woont de Drost?" vroeg Heynsz aan Reynszen: "ik wenschte hem dadelijk te spreken." "Waar hij woont kan ik u makkelijk beduien," antwoordde de waard: "maar gij zult hem thans niet aan zijn huis vinden, vermits hij hier is." "Hier!--Welnu! wees dan zoo goed hem te roepen." "Hij zal zoo aanstonds terug zijn," hernam Reynszen: "hij is hier achter bij een zieke; want hij is tevens Dokter, moet je weten." "Ja! dat is ook waar," zeide Pulver: "hoe maakt het die arme meid?" Reynszen schudde het hoofd en gaf ons te kennen, dat zij op het uiterste was. Ik begaf mij aan het raam, bij mijzelven nadenkende over het zonderlinge noodlot, dat in dit oogenblik zooveel verschillende personen, doch die allen in zekere betrekking tot elkander stonden, bijeenverzameld had. Nu vervoegde zich Heynsz bij mij en ik vroeg hem in stilte, hoe hij te weten was gekomen dat de Heer Van Lintz zich op het Deensche vaartuig bevond. Het geval had zich, gelijk hij verhaalde, op de navolgende wijze toegedragen: Lodewijk Blaek had van zijn schippersknecht vernomen tot welk einde zijn vader het jacht buiten zijn weten had doen dienen. Hij had terstond vermoed dat de ontsnapte persoon niemand anders als Amelia's vader kon zijn, en zulks dadelijk aan Heynsz te kennen gegeven, die nog altijd in de omstreken van Naarden naar den voortvluchtige zocht. De vermoedens stegen bij verdere nasporing tot zekerheid, en nu had Lodewijk, die zich waarschijnlijk op deze wijze op Van Lintz en Amelia wilde wreken, zijn jacht aan Heynsz aangeboden, ten einde daarmede den vluchteling te achterhalen. Dit was hun, gelijk wij gezien hebben, gelukt; maar daar Heynsz eenige zwarigheid maakte om zonder specialen last een onder vreemde vlag
PREV.   NEXT  
|<   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496  
497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  



Top keywords:
Heynsz
 
andere
 
Lodewijk
 

terwijl

 
kennen
 

Reynszen

 
dadelijk
 
gelijk
 

Amelia

 

achter


herberg

 
dienaars
 

Pulver

 

volgde

 

toegedragen

 
schippersknecht
 

verhaalde

 

navolgende

 

vernomen

 

nadenkende


zekere

 

betrekking

 

personen

 

verschillende

 

noodlot

 

oogenblik

 

zooveel

 

elkander

 
stonden
 
Deensche

vaartuig

 
bevond
 

gekomen

 

stilte

 

buiten

 

bijeenverzameld

 

zonderlinge

 

vervoegde

 

vluchteling

 

daarmede


achterhalen

 
aangeboden
 

waarschijnlijk

 

wreken

 

gezien

 
hebben
 
specialen
 

vreemde

 

zonder

 
maakte