FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500  
501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  
nd, die hier van den vasten wal gekomen is." "Hoe!" riep Heynsz, deze omstandigheid in zijn voordeel aangrijpende: "is de Drost geen Terschellinger? dan mag hij dubbel voorzichtig zijn, hoe hij het aanlegt in deze zaak." Twee of drie andere personen, die gedurende het gesprek waren binnengekomen en, gelijk mij naderhand bleek, tot de Notabelen van het dorp behoorden, vereenigden zich met de gevoelens van Reynszen en drongen bij den Drost aan, dat hij Schepensbank zou beleggen, en niet, om een onzeker privilege vast te houden, de ontevredenheid wekken van het hooge Landsbestuur. Terwijl al de aanwezigen met het behandelen van dit vraagpunt bezig waren, naderde mij de vrouw des huizes, en fluisterde mij in het oor, dat de oude Heer, die met mij op Terschelling gekomen was, mijn terugkomst vernomen hebbende, mij liet verzoeken even bij hem te komen. Ik gevoelde een oogenblik berouw, den goeden Helding in het midden der drukte vergeten te hebben en te gelijk kwam het denkbeeld bij mij op, dat het raadzaam ware, Sander te waarschuwen, eer hij binnenkomen en Heynsz met zijn dienaars in den mond mocht loopen. Ik begaf mij dus naar achteren, waar mij een treurig schouwspel wachtte. Helding zat naast de bedstede, en hield de hand der ontslapene tusschen de zijne, terwijl hem de stille tranen langs de wangen liepen: en zijn blikken waren met een uitdrukking van diepe, maar gelatene droefheid naar den hemel gewend. Tegenover hem stond Sander tegen den wand te leunen; zijn oogen waren strak en stijf op het lijk gevestigd; maar het hevige zwoegen van zijn boezem verried de innerlijke gemoedsbeweging die hem kwelde. Zwijgend drukte ik de hand van den goeden Helding: "Het heeft zoo moeten wezen," zeide de arme man: "en ik zal in Gods wijzen wil berusten; maar het is hard voor een vader, te _moeten_ zeggen haar dood was beter dan haar leven." "Ik beklaag u," zeide ik: "ook u, Sander Gerritsz! maar"--vervolgde ik, laatstgemelde ter zijde trekkende: "wees voorzichtig; want ook uw eigen leven loopt gevaar: Heynsz en zijn dienaars bevinden zich hiernaast." Hij zag mij aan met een verwilderden blik, die mij nauwelijks deed gelooven, dat hij mij verstaan had. "Ik herhaal het," hernam ik: "vertoon u niet: blijf hier, tot ik u waarschuwe. Er is misschien gelegenheid voor u, om met Kapitein Holmfeld te vertrekken. Ik zal u een brief voor hem medegeven. Het is hier voor u te gevaarlijk:"--en meteen sloeg ik het raam open, dat een
PREV.   NEXT  
|<   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500  
501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   512   513   514   515   516   517   518   >>  



Top keywords:

Sander

 

Helding

 
Heynsz
 

gelijk

 

drukte

 

dienaars

 

moeten

 

voorzichtig

 

goeden

 

gekomen


innerlijke

 
Zwijgend
 
kwelde
 

gemoedsbeweging

 
droefheid
 
gelatene
 

gewend

 

Tegenover

 

uitdrukking

 

tranen


wangen

 

liepen

 

blikken

 

gevestigd

 

hevige

 

zwoegen

 

boezem

 

stille

 

leunen

 
verried

laatstgemelde

 

hernam

 
herhaal
 

vertoon

 

waarschuwe

 
verstaan
 

nauwelijks

 
gelooven
 

misschien

 
meteen

gevaarlijk

 

medegeven

 

gelegenheid

 
Kapitein
 

Holmfeld

 

vertrekken

 
verwilderden
 

beklaag

 

Gerritsz

 
vervolgde