FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468  
469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   >>   >|  
had ontboden: mijn voornemen was--en hij weet het goed die schoelje--om zoo mogelijk een goed zeebouwend vaartuig weg te kapen:--en eenmaal in het ruime sop gekomen, zou ik den weg naar het meer van Maracaibo en mijn oude makkers wel weder hebben teruggevonden." "En," zeide ik, "om aan uw dwazen, doemwaardigen wensch te voldoen, zoudt gij in koelen bloede de manschap vermoord hebben van het schip, dat gij behoefdet?" "Dat alles is voorbij," vervolgde Sander, zonder mijn vraag te beantwoorden. "Ik heb Klaartje teruggezien: ik ben getuige van haar lijden, van haar berouw geweest: ik heb gevoeld, dat ik nog te weekhartig was om ... vergeef mij ... een rol vol te houden, die een hart van staal vereischt. Ik heb van mijn voornemen afgezien:--en ik ken mijn makkers genoeg: zij zullen het zonder mij niet durven ondernemen, veelmin ten uitvoer brengen:--zij zullen zich verstrooien:--en de hemel geve, dat ik nooit weer van hen hoore." "En gij," vroeg ik: "welke zijn uw verdere plannen?" "Kan ik aan de toekomst denken, zoo lang zij ginds ligt te sterven?" vroeg hij op een eenigszins verwijtenden toon, "Ja, dat kunt en moet gij," antwoordde ik, na een oogenblik geweifeld te hebben: "gij moet uw leven beteren en dat moogt gij geen oogenblik uitstellen. Gij moet dit land verlaten, waar gij niet langer als een eerlijk man kunt leven, maar de wereld staat voor u open. Ga naar Rusland: daar worden wakkere gezellen als gij, die het zeemanswerk verstaan, met open armen ontvangen: bied daar uw diensten aan en gij zult door de wereld komen: is het al niet in een hooge betrekking, dan althans in zulk eene, welke gij u nimmer behoeft te schamen." "Gij meent het wel met mij, Mijnheer Huyck!" zeide Sander, met aandoening: "en ik zal uw woorden overdenken; maar verg mij niet, thans reeds eenig besluit te nemen. Ik moet eerst aan Klaartje de oogen sluiten: dan misschien.... God zegene u, Mijnheer Huyck!" Met deze woorden wendde hij zich af en keerde naar het ziekvertrek terug. Zijn verhaal had een diepen indruk op mij gemaakt. "Al weder een slachtoffer van kwalijk geplaatste eerzucht," dacht ik bij mijzelven, terwijl ik de herberg verliet: "die Sander had een braaf en nuttig mensch kunnen worden, indien zijn ongelukkig gesternte hem niet het al te verleidelijke voorbeeld van Don Manoel had voor oogen gesteld: en deze zal eens, op den dag des oordeels, behalve zijn eigen schuld, ook de wandaden te verantwoorden hebben, waaraan zi
PREV.   NEXT  
|<   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468  
469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

Sander

 
zonder
 

Mijnheer

 

oogenblik

 

woorden

 

Klaartje

 

worden

 

wereld

 

voornemen


zullen

 
makkers
 
aandoening
 

overdenken

 
diensten
 
verstaan
 

ontvangen

 

zeemanswerk

 

gezellen

 

Rusland


wakkere

 

besluit

 

nimmer

 

behoeft

 

althans

 

betrekking

 

schamen

 

gemaakt

 

verleidelijke

 
voorbeeld

Manoel

 

gesternte

 
ongelukkig
 

nuttig

 

mensch

 
kunnen
 

indien

 
gesteld
 

wandaden

 
verantwoorden

waaraan

 

schuld

 

oordeels

 
behalve
 

verliet

 

herberg

 
wendde
 

keerde

 

ziekvertrek

 
zegene