FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486  
487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   >>   >|  
tellige van haar belofte: "gij gelooft waarlijk...." "Ik ben er zeker van," zeide zij: "maar," vervolgde zij, zich half omwendende: "nu niet meer over dit onderwerp." "Neen!" zeide Van Lintz, ziende dat ze hevig ontroerd was: "over iets anders gesproken.--Gij zeidet mij zooeven, dat gij mijn voormaligen Luitenant Sander Gerritsz, of Zwarten Piet, zooals hij zich naderhand noemen liet, op Terschelling hadt gelaten?" Ik voldeed op dit punt aan de nieuwsgierigheid van Van Lintz. Mijn verhaal wekte zijne deelneming en die zijner dochter: en beiden gaven den wensch te kennen, dat Sander hen op de reis vergezellen mocht en evenals Van Lintz zelf, gelegenheid zoeken om in dienst des grooten Czaars een nieuwe en meer eerlijke loopbaan te beginnen. Aan de toestemming van Sander viel niet te twijfelen; want het was bij mij zeker, dat hij nog de oude gehechtheid voor zijn voormaligen meester koesterde, en ik maakte mij sterk hem te overtuigen, dat, al bleef Klaartje in 't leven, zij toch voor hem verloren was. Er bleef dus alleen over, door Kapitein Holmfeld het innemen van een nieuwen passagier te doen goedkeuren: en wij waren juist voornemens hem deswege te gaan spreken, met verzwijging natuurlijk der omstandigheden, waarmede het raadzaam was niet voor den dag te komen, toen de beide Kapiteins naar ons toekwamen. "Wel zoo! zijn de vrienden een luchtje gaan scheppen?" vroeg Pulver, en zich toen tot Van Lintz wendende, die op wilde staan: "blijf zitten, Mijnheer! hou uw gemak, zooals de havik tot de duif zei terwijl hij haar plukte: ja, wou jelui zien, waar de _Fortuin_ gebleven is?--naar den kelder, Mijnheer! en de visschen zitten er misschien al in de kajuitskamer een kaartje te spelen." "Inderdaad!" zeide ik, den blik naar de zandbank wendende, waar ik den dag te voren het wrak nog herkend had en nu niets meer te zien was: "zij is verdwenen! Hoe kan in zulk een korten tijd....?" "O!" zeide Pulver: "het zand is hier in eeuwigdurende beweging, en een Loods behoeft geen drie weken ziek te zijn om het vaarwater te verleeren. Wij liggen hier nu goed en wel op Maklijk-Oud en hebben water in overvloed; maar Joost weet, hoe het over ettelijke jaren zal wezen, als die verwenschte Robbeplaat nog verder kuiert." De vrees van Pulver werd bewaarheid; want, op dit oogenblik dat ik schrijf, is sedert lang die reede voor gewone vaartuigen ontoegankelijk geworden en biedt zij alleen bij hoog water den visscher een tijdelijke sch
PREV.   NEXT  
|<   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486  
487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   511   >>   >|  



Top keywords:

Pulver

 

Sander

 
alleen
 

zooals

 

Mijnheer

 

zitten

 

wendende

 

voormaligen

 

spelen

 

zandbank


kaartje

 
misschien
 
kajuitskamer
 

Inderdaad

 
visschen
 
scheppen
 

luchtje

 

vrienden

 

toekwamen

 

Fortuin


gebleven

 

plukte

 

terwijl

 

herkend

 

kelder

 

behoeft

 

kuiert

 

verder

 

bewaarheid

 
Robbeplaat

verwenschte

 

ettelijke

 
oogenblik
 

schrijf

 

visscher

 
tijdelijke
 

geworden

 
ontoegankelijk
 

sedert

 
gewone

vaartuigen

 

eeuwigdurende

 

beweging

 
korten
 

verdwenen

 

Maklijk

 
hebben
 

overvloed

 

vaarwater

 
verleeren