FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485  
486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   >>   >|  
n." "Hoe!" riep Van Lintz uit, mij met een blik aanziende, waarin zich de uiterste verbazing teekende: "bestond er een teedere betrekking tusschen u en Mejuffrouw Blaek?... de nicht van den ouden Blaek?" "Ik kan het niet ontkennen," antwoordde ik: "maar thans, daar uw vertrek mijn gelofte heeft opgeheven, vlei ik mij, mijn gedrag ook bij haar te zullen kunnen rechtvaardigen." "Voor uwe rechtvaardiging zal ik zorgen," zeide Van Lintz, terwijl hij opstond en onstuimig heen en weder op het dek wandelde: "vervloekt zij de belofte, die mij de oude zondaar heeft afgeperst!--Maar ben ik er dan aan gehouden, nu het blijkt, hoe hij mij misleid heeft?--Hij heeft mij verhaald dat het huwelijk tusschen zijn zoon en zijn nicht een stellig bepaalde zaak was." "Ik weet," zeide ik, "dat zulks zijn verlangen was; en men gelooft gaarne wat men wenscht; maar tot nog toe is het mij niet gebleken, dat de beide jonge lieden genegen waren, de door hem gekoesterde hoop te vervullen. Wat echter de reden betreft, waarom hij zoo sterk op die verbintenis gesteld is, deze kan ik niet gissen." "Maar ik des te beter," riep Van Lintz: "hij heeft mij misleid, ik herhaal het; maar hij moet niet denken, dat men mij straffeloos tot speelbal neemt. Ik zal hem schrijven:--hij zal u zijn nicht geven--en een goeden bruidsschat bovendien, of ik zal hem het masker afrukken en aan de kaak stellen, den schijnheiligen bedrieger; ik heb er de middelen toe: en hij weet dit." "Hoe!" vroeg ik, op mijne beurt verbaasd: "UEd. zou in staat zijn...." "Ik ben de oorzaak van uw verdriet," zeide Van Lintz: "en het is niet meer dan billijk, dat ik goedmake, wat ik bedorven heb. Wees gerust: het hart van een jong meisje laat zich niet dwingen; doch, zoo het slechts aan de toestemming van Jacobus Blaek mangelt--hij zal die geven, dat zweer ik u. De zwarigheid zal alleen daarin bestaan, om zijn nicht van de verkeerdheid harer vermoedens te overtuigen." "O!" zeide Amelia, terwijl zij mij met een betooverenden glimlach aanzag, en tevens eenige tranen afwischte, van welke ik mij geen rekenschap wist te geven: "een vrouw slaat zoo gaarne geloof aan de onschuld van hem, dien zij liefheeft. Laat de Heer Huyck geen moed verliezen; hij zal, vlei ik mij, bij zijn terugkomst geen moeite hebben, om zijn Henriette te overtuigen, dat hij nooit iemand buiten haar bemind heeft." "Hoe!" zeide ik, aangenaam gestreeld door de hoop, die zij mij gaf, en tevens verrast door het s
PREV.   NEXT  
|<   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485  
486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   509   510   >>   >|  



Top keywords:

overtuigen

 

terwijl

 
tusschen
 

gaarne

 

misleid

 

tevens

 

slechts

 

dwingen

 

meisje

 

middelen


bedrieger

 
schijnheiligen
 
stellen
 

masker

 
afrukken
 
verbaasd
 

billijk

 

goedmake

 

bedorven

 

verdriet


oorzaak

 

toestemming

 

gerust

 

betooverenden

 

verliezen

 

terugkomst

 

geloof

 

onschuld

 

liefheeft

 
moeite

hebben

 

gestreeld

 
verrast
 

aangenaam

 

bemind

 
Henriette
 

iemand

 
buiten
 

bestaan

 
verkeerdheid

vermoedens

 

daarin

 

alleen

 
mangelt
 

zwarigheid

 

Amelia

 
afwischte
 

rekenschap

 

tranen

 
eenige