FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482  
483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   >>   >|  
dit niet bij elken oorlog het geval? Boeten de soldaten, die in den veldslag sneuvelen, de arme landlieden, wier oogst vernield en weggeroofd wordt, de burgers, die hun woningen geplunderd en verwoest zien, niet voor het vergrijp der vorsten, in wier raadsvertrek de krijg besloten is? Ik ook, ik had den oorlog aan Spanje verklaard en aan al wie met Spanjaards heulde; en ik strafte den ondankbaren vorst in zijn onderdanen. Gij zult mij wellicht tegenwerpen, dat ik--naar het gewone gevoelen, een roover was en geen vorst door Gods genade; maar ik erken het onderscheid niet, dat door een partijdige beschouwing gemaakt is! ik was Souverein: ik heerschte met onbepaalde macht over de mijnen, en het eenige verschil tusschen mijn tegenpartij en mij bestond daarin, dat ik slechts over vijfhonderd, hij over vijftig millioen onderdanen gebood--maar des te grootscher scheen het mij, zijn overmacht te tarten." "Ik zal hierover in geen woordentwist treden, die ons te verre zoude leiden," zeide ik, glimlachende over de drogredenen, waarmede Van Lintz zijn handelingen zocht te vergoelijken: "ik acht het met dat al gelukkig, dat niet iedereen zich geroepen voelt, om een dusdanige nieuwe maatschappij te stichten en op roof en doodslag te gronden. Intusschen schijnt die tijdelijke heerschappij, hoe grootsch ook, u verdroten te hebben. UEd. heeft die, meen ik, vrijwillig verlaten." "Vrijwillig!" herhaalde Amelia, zich aan haar vader klemmende: "ja gewis, Mijnheer Huyck! Vrijwillig, en uit weerzin tegen de leefwijze, die wij leidden. O! geloof toch niet, dat mijn vader in ernst het gevoelen voorstaat, dat hij zooeven uitte. Neen! de omstandigheden, de dwang der roovers, in wier macht wij ons bevonden, noodzaakten hem, in het eerst, hun opperhoofd, of hun slachtoffer te worden; en een gevoel van wraakzucht kan zich daarmede gemengd hebben;--maar ik heb te vaak gezien, met deelneming bijgewoond, hoe dat lijden van onschuldigen, hoe die buit, op ongelukkigen verworven, hem bittere uren en slapelooze nachten gekost hebben, hoe de omgang met zijn woeste gezellen hem tegenstond, en hoe het besef, dat hun handwerk strafbaar in Gods oogen was, hem ieder oogenblik den boezem benauwde. Vergeef mij, mijn vader, zoo ik te vrijmoedig spreek;--maar uw hart was beter dan uw daden: en vaak hebt gij ook naderhand het uur gezegend, waarin gij het besluit volbracht, om aan die leefwijze voor eeuwig vaarwel te zeggen." "Ik zal ten minste altijd het uur b
PREV.   NEXT  
|<   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482  
483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

gevoelen

 
onderdanen
 

leefwijze

 

Vrijwillig

 

oorlog

 

voorstaat

 

volbracht

 

zooeven

 

leidden


geloof

 
besluit
 
bevonden
 

noodzaakten

 
gezegend
 
waarin
 

roovers

 

eeuwig

 

omstandigheden

 

verlaten


minste

 

herhaalde

 

Amelia

 

vrijwillig

 

altijd

 

vaarwel

 

opperhoofd

 

weerzin

 

Mijnheer

 
klemmende

zeggen

 

worden

 
nachten
 

gekost

 

omgang

 
vrijmoedig
 

spreek

 
verdroten
 

slapelooze

 
woeste

Vergeef

 

handwerk

 

strafbaar

 
oogenblik
 

boezem

 

gezellen

 
tegenstond
 

benauwde

 

bittere

 
verworven