FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483  
484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   >>   >|  
lijven zegenen, dat mij u tot dochter gaf," zeide Van Lintz, Amelia vriendelijk over de wangen streelende: "en ik wil gaarne bekennen, dat ik zonder u, dat besluit, waar gij van spreekt, niet zoo licht zoude genomen hebben;--want, hetzij mijn beroep schuldig ware of niet, ik was er in vele opzichten aan gehecht: en men moet zeeman geweest zijn, Mijnheer Huyck! om zich het alles overwinnende genot voor te stellen, dat men smaakt, wanneer men, met een goed schip onder de voeten en aan 't hoofd eener stoutmoedige en voor niets vervaarde manschap, de zeeen beheerscht en geen meester erkent:--doch genoeg hierover: welke dan ook mijn beweegreden mogen geweest zijn, ik verliet mijn nieuwe onderzaten en droeg het bevel over de bende aan een jongeling over, die met dienzelfden Kapitein Pulver, die mij straks herkende, in mijn handen geraakt is. Gij hebt den knaap gezien: hij was het, die aan den weg nabij Naarden, op dien avond...." "o!" riep ik uit: "ik heb hem sedert genoeg weder gezien: en wat meer is, hij bevindt zich op dit oogenblik hier geen half uur vandaan: UEd. zoude hem desnoods met een gewonen kijker kunnen zien.--Doch daarover nader: laat ik uw verhaal niet storen." "Het overige," hernam Van Lintz, "heeft weinig te beteekenen. Ik trok weder naar Europa en kwam behouden in Frankrijk aan. Daar bood ik mijn dienst aan verschillende hoven; maar reeds had zich het gerucht, althans het vermoeden verspreid, dat de Graaf van Talavera en de Zeeroover Don Manoel een persoon waren: en ik ontving allerwegen afwijzende beschikkingen op mijn voorslagen. Eindelijk slaagde ik er in, betrekkingen aan te knoopen met het Russische hof. Het werd echter noodig geoordeeld, opdat de zaak haar beslag krege, dat ik een persoonlijke samenkomst had met den Gezant van den Czaar te 's-Hage en zijn agent te Amsterdam. Ik kwam derhalve naar de Nederlanden: doch werd reeds aan de grenzen gewaarschuwd, dat men mij in Holland als deserteur beschouwde, omdat ik indertijd zonder verlof was weggereisd, en dat bovendien de Spaansche Gezant mij opeischte. Men raadde mij dus, zoo ik het wagen wilde, onder een bedekten naam over te komen. Ik had in het Graafschap mijn ouden vader teruggezien; maar helaas! het was alleen om hem de oogen te sluiten: mijn moeder, al mijn broeders waren reeds lang gestorven.--Niemand van al mijn naaste betrekkingen was meer in leven, dan Martha, mijn oude voedster, welke ik vernam, dat thans de hoeve nabij Naarden bewoonde.
PREV.   NEXT  
|<   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483  
484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   495   496   497   498   499   500   501   502   503   504   505   506   507   508   >>   >|  



Top keywords:

genoeg

 

betrekkingen

 
Gezant
 

gezien

 

geweest

 

Naarden

 

zonder

 

knoopen

 

zegenen

 

slaagde


Russische

 
Eindelijk
 
afwijzende
 

beschikkingen

 
voorslagen
 
echter
 

beslag

 

geoordeeld

 

allerwegen

 

persoonlijke


noodig

 

samenkomst

 

dochter

 

dienst

 

verschillende

 

Frankrijk

 

Amelia

 

Europa

 

behouden

 
gerucht

Manoel

 

persoon

 
Zeeroover
 

Talavera

 

althans

 
vermoeden
 

verspreid

 
ontving
 

alleen

 
sluiten

moeder

 

lijven

 

helaas

 
teruggezien
 

Graafschap

 

broeders

 
vernam
 

voedster

 

bewoonde

 
Martha