k hun
eerste voornemen was, dit pakhuis leeg gestolen hadden?"
"De duiker haal me!" zeide Reynszen, verbaasd: "voerden die lieve
jongens zulke dingen in hun schild?"
"Of wat zoudt gij er van denken," vervolgde ik, met genoegen den indruk
bespeurende, dien mijne redenen maakten: "indien zij eens in den
volgenden nacht het vaartuig beklommen, dat ginds op de reede ligt, de
manschap afmaakten en overboord smeten en met het schip gingen
strijken?"
"Met onze thee gaan strijken!" riep Pulver, opstuivende.
"Zoudt gij dan wel in uw schik zijn," vervolgde ik, "van dat voorgewende
recht van vrijplaats te hebben volgehouden, en daardoor aanleiding te
hebben gegeven tot den moord van die ongelukkigen, die zich ginder
veilig wanen, en het vast vertrouwen koesteren dat een goede Justitie
voor hen waakt."
"O die schelmen!" riep de waard, met vuur: "hebben zij zulke voornemens?
Wacht! daar zullen wij toch even met den Drost over dienen te spreken;
want voel je, die dient de zaak toch te beslissen.--En hebben zij zoo
openhartig en luidruchtig over hun plannen gesproken, dat UEd. het
hooren kon? Maar wanneer hebben zij dat toch gedaan? want, zoolang ik in
de kamer was, is er geen woord over gevallen."
Ik bedacht mij een oogenblik, alvorens te antwoorden; want ofschoon ik
het hoogst noodig oordeelde, dat Andries en zijn makkers gepakt werden,
wenschte ik Sander wel te sparen. "Hoor eens!" zeide ik eindelijk: "hoe
ik er achter gekomen ben is hetzelfde, en dat zal ik op zijn tijd wel
aan de Justitie ontdekken. Draag gij intusschen zorg, dat men een wakend
oog over die kerels houde en hun gangen naga: dat moet, dunkt mij, hier
op 't eiland niet moeilijk wezen."
"Neen voorwaar!" zei Pulver lachende: "zij moesten in een konijnshol
kruipen; anders weet ik niet, waar zij zich hier zouden verstoppen."
"Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg," zeide Reynszen:
"en Mijnheer wordt voor zijn inlichting bedankt. Jawel, Terschelling is
een vrijplaats; maar 't behoeft daarom geen boevennest te worden. Nu! ik
kuier op en zie of ik den Drost kan vinden. Tot straks dan."--Dit gezegd
hebbende, verwijderde hij zich, mij met Pulver bij de vrachtwagens
latende.
"Wat dunk je, Patroon?" vroeg Pulver, toen hij weg was: "zou UEd. ook
lust nebben om met de schuit mee te gaan naar de _Kjoebenhavn_, voor een
veranderingetje? Er is hier toch niet veel raars te zien. Kapitein
Holmfeld is een hupsche vent, die ons goed onthalen zal, wees
|