FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469  
470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   >>   >|  
ch deze ongelukkige heeft schuldig gemaakt." Aldus peinzende, was ik weldra de bergplaats der gestrande goederen genaderd, en zag van verre den braven schipper, die zweetende en zwoegende zijn matrozen bevelen gaf, terwijl zij onder zijn opzicht de kisten thee op een paar wagens laadden, en Reynszen hen voor de open deur van het pakhuis stond aan te zien. Zoodra Pulver mij in 't oog kreeg, liep hij naar mij toe, roepende: "'t Is al afgewasschen Patroon! zooals de kajuitsjongen zei, toen hij de hemden van den kapitein overboord had laten vallen: ik heb den deurwaarder van morgen al uit zijn bed getrommeld, en hij heeft een exploit aan Reynszen gedaan, je leven zoo niet ... en het geld betaald ook: en nou gaan wij den boel naar de _Kjoebenhavn_ brengen. Kijk eens, Patroon! 't is een lust om te zien, zoo kurkdroog als de kisten gebleven zijn; er is geen druppel water bij de thee gekomen:--nu in allen gevalle, dat zou aan hem, die ze drinken moet, de moeite van 't zetten bespaard hebben." "En drink jelui waarachtig dat goed nou te Amsterdam?" vroeg Reynszen, nader tredende: "'t is bylo een rare kost: ik heb 't eens gezien: maar ik zou 't niet lusten." "Kom! kom!" zeide ik: "mettertijd zult gijlieden er ook wel smaak in krijgen, als 't wat algemeener wordt. Maar wat ik zeggen wilde, Kapitein! gij hebt mij een leelijke poets gebakken, met mij zoo te laten slapen. Ik weet, gij deedt het om bestwil; maar anders: ik ben daar niet op gesteld." "Och Patroon! je sliep zoo gerust: ik wou je niet wakker maken, zooals de dief zei, toen hij het horloge van den huzarenofficier van het beddetafeltje nam en de officier hem bij de lurven pakte:--en wij konden dat alles immers best afdoen, Reynszen en ik?" "Met verlof!" zeide ik tegen dezen: "kendet gij de lieden, die gisteravond laat ten uwent waren?" "Neen!" antwoordde Reynszen: "het is eerst sedert een paar dagen, dat zij bij mij aankomen: de eene, zooals hij zegt, wil veulens koopen: de andere heeft weer een negotietje van snuisterijen: en een derde is een matroos, die verlof heeft: en een vierde is voor plezier mee, maar wat verscheelt het mij? zoolang zij betalen, vraag ik niet, wie zij zijn, of hoe zij heeten:--en bovendien, Terschelling is een vrijplaats vanouds: al hadden zij wat uitgericht, dan mag niemand hen hier molesteeren." "Ik weet niet," zeide ik, "of de Heeren Staten veel om uw vrijplaats zouden geven; maar zoude het u aangestaan hebben, indien zij, gelij
PREV.   NEXT  
|<   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469  
470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   491   492   493   494   >>   >|  



Top keywords:

Reynszen

 

zooals

 
Patroon
 

hebben

 

verlof

 

vrijplaats

 

kisten

 

afdoen

 

konden

 

lurven


officier

 
immers
 
gebakken
 

slapen

 
leelijke
 
zeggen
 

Kapitein

 

bestwil

 

anders

 

horloge


huzarenofficier

 

beddetafeltje

 

wakker

 

gerust

 

gesteld

 

vanouds

 

Terschelling

 

hadden

 

uitgericht

 
bovendien

heeten

 

betalen

 
zoolang
 

niemand

 

aangestaan

 
indien
 

zouden

 
Heeren
 

molesteeren

 
Staten

verscheelt

 

antwoordde

 

sedert

 
lieden
 

kendet

 

gisteravond

 
aankomen
 

algemeener

 

snuisterijen

 
matroos