FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465  
466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   >>   >|  
eis op eigen gelegenheid deden?" "Hoor Andries!" zeide Sander: "Ik ben hier gekomen, 't is waar, om met u en de overige makkers te overleggen, wat ons te doen stond; maar ik ben van gedachten veranderd: wat gij voorhebt is mij om 't even: ik zal u geen stroobreed in den weg leggen; maar reken niet op mij om u te helpen." "Wel die en dat, hoe heb ik het met je? Ben je bekeerd of heb je een schat opgevischt?--En zou je ons nou verraaien, nou we je hulp het meest noodig hebben?" "Ik herhaal, dat ik u niet verraden zal, maar stil uw gang laten gaan: dit moet u genoeg zijn. De reden, waarom ik mij niet, ais vanouds, aan uw hoofd stel, is u, dunkt mij, tamelijk onverschillig. Ik wil niet, en daarmee uit." "Brui naar de pomp," zeide Andries, wrevelig: "heeft die sloerie je omgepraat: 't is er ook een lievertje naar!--En hoe wil je, dat ik zulk een boodschap an de maats overbreng? Zij zullen het immers niet 'elooven. En wat koers zel je dan verder houen? Of ben je een stille verklikker 'eworden." "Wat ik doen wil, of doen zal, is mijne zaak," zeide Sander: "ik heb gehoord, wat gij te zeggen hadt, en wensch u goeden nacht:--ik kan mij thans niet langer met u ophouden: vaarwel."--Dit zeggende stond hij op. "Maar wat deksel! Is het Zwarte Piet, dien ik spreken hoor? of is hij 't niet?" vroeg Andries, oprijzende en hem volgende: "bedenk toch: een spiksplinternieuw vaartuig,--en een rijke vracht--je bent nou zeker wat dingsig onder je baaitje om de ziekte van die seldrementsche meid: maar denk er reis over na, en zoo je er nog toe besluit, geef er mij dan morgen met den dag maar sein van. Wij ankeren zoolang bij...." Hier veranderde zijn stem in een zacht gefluister, hetwelk ik niet verstaan kon. Sander scheen echter geen voldoend antwoord te geven; want ik hoorde ten slotte Andries met een zwaren vloek van hem gaan onder den uitroep van: "je verdijt het? wel ga dan en laat je opknoopen!"--Een oogenblik later hoorde ik hem de voordeur uitgaan, die hij met geweld achter zich toetrok, terwijl ook Sander zich van zijnen kant verwijderde. Ik bleef de zaak overpeinzen. Naar het weinige, dat ik begrepen had, te oordeelen, kwam het mij niet onwaarschijnlijk voor, dat Andries en zijn makkers het oogmerk hadden, om het Deensche vaartuig te verrassen en prijs te maken: doch het denkbeeld boezemde mij eenige gerustheid in, dat zij die onderneming te gewaagd aanzagen om die zonder de leiding of medehulp van Sander te doen. Ik ac
PREV.   NEXT  
|<   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465  
466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   489   490   >>   >|  



Top keywords:

Sander

 

Andries

 
hoorde
 

makkers

 

vaartuig

 

veranderde

 

ankeren

 

zoolang

 

echter

 

verstaan


scheen

 
antwoord
 
hetwelk
 

gefluister

 
voldoend
 
baaitje
 

dingsig

 

ziekte

 

seldrementsche

 

volgende


bedenk

 

besluit

 

morgen

 

spiksplinternieuw

 

vracht

 

toetrok

 

Deensche

 

hadden

 

verrassen

 
oogmerk

oordeelen

 

onwaarschijnlijk

 
denkbeeld
 

zonder

 

aanzagen

 
leiding
 

medehulp

 
gewaagd
 

onderneming

 
boezemde

eenige

 

gerustheid

 

begrepen

 
weinige
 

opknoopen

 

oogenblik

 
verdijt
 

slotte

 

zwaren

 
uitroep