FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440  
441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   >>   >|  
Ik oordeelde, dat de tijd tot spreken gekomen was, en dat een rondborstig verhaal van de toedracht der zaak den Graaf niet meer schaden, maar wellicht van dienst kon zijn. "Onze ontmoetingen," zeide ik, "zijn altijd toevallig geweest; maar Vader kon toch niet verlangen, dat ik den man verraden zou, die mij het leven gered heeft?" "Het leven! En wanneer?" "Ziedaar, wat ik u thans kan openbaren."--En ik was op het punt van een verslag van het gebeurde te geven, toen Tante, gevolgd van de overige gasten, naar ons toekwam, ongerust over ons lang wegblijven en over het zien der gerechtsdienaars, die zich van tijd tot tijd op verschillende punten vertoonden. "Wat is er toch aan de hand?" vroeg Suzanna: "Tante klaagt al: _d'armes et d'ennemis je suis environnee_." "Wat wil men?" vroeg Tante: "wie van het gezelschap moet er gepakt worden." "Van het gezelschap niemand," antwoordde de Naarder Onderschout: "maar het zal UEd. niet weinig bevreemden van te vernemen, dat die vrouw daar goedvindt uw hoeve tot een logies voor verdachte lieden te bezigen. "Het is zoo, Zuster!" zeide mijn vader: "de Baron Van Lintz, dien gij u nog wel herinneren zult, heeft hier gisteren, en zoo ik mij niet bedrieg, ook vroeger nog, zijn intrek gehad." "Nu ja!" zeide Martha, de zwijgende ondervraging van Tantes blik beantwoordende: "hij is hier 'eweest, en zijn dochter ook: en nou binnen zij Goddank weg en vrij ook, naar ik hoop. En al moest Mevrouw men er op men ouwen dag voor op straat zetten, ik kon niet aers doen als ik 'edaan heb. Wie zou nou zoo barbaarsch wezen, om as iemand, dien men met zijn eigen melk het 'evoed, bij je komt en zeit: moeder Martha! ze zitten men overal op het lijf, en ik kan nergens een veilige schuilplaats vinden, om dan te zeggen: scheer je van mijn deur weg." "Daar is wat van aan," zeide Tante: "en ik kan toch ook niet vinden, dat mijn erf er door onteerd is, dat er een Grande van Spanje op gelogeerd heeft.--En wat is er van hem geworden?--Die arme Van Lintz! hij is zoo dikwijls mijn Cavalier geweest." "Dat is juist de vraag, wat er van hem geworden is," zeide de Naarder Onderschout: "hij heeft, ondanks al onze voorzorgen, weten te ontsnappen." "Dat verblijdt mij," zeide Tante Letje: "want het zal tot een vertroosting strekken voor zijn arme dochter, die hedenmorgen, toen ik haar verliet, bittere tranen schreide, uit ongerustheid over het lot haars vaders." "Hoe? Is het dan werkelijk zijn doc
PREV.   NEXT  
|<   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440  
441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   >>   >|  



Top keywords:

geworden

 

Onderschout

 

Naarder

 

gezelschap

 

vinden

 

Martha

 
dochter
 

geweest

 
eweest
 

straat


Mevrouw

 
binnen
 
moeder
 
zetten
 

iemand

 
barbaarsch
 

Goddank

 
Grande
 

strekken

 

hedenmorgen


verliet
 

vertroosting

 

ontsnappen

 

verblijdt

 

bittere

 

tranen

 

werkelijk

 

vaders

 
schreide
 

ongerustheid


voorzorgen

 

zeggen

 

scheer

 

schuilplaats

 

veilige

 

zitten

 

overal

 

nergens

 
Cavalier
 
ondanks

dikwijls
 

onteerd

 
beantwoordende
 
Spanje
 

gelogeerd

 
logies
 

gebeurde

 

gevolgd

 

overige

 
verslag