FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442  
443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   >>   >|  
ich lichtelijk aan hen die ons diensten bewijzen:--en wanneer dan hij, die den dienst bewezen heeft, een knappe jongen is, en zij, die dien dienst ontvangt, een meisje met een niet ongevoelig hart, dan deugt zulks voor geen van beiden, en is de laatste vooral te beklagen.--Dan, nu geen woord meer over dat onderwerp." Ik kon niet nalaten van bij mijzelven te glimlachen over de samenstemming van hetgeen Amelia's vader mij vroeger had te kennen gegeven en hetgeen thans de bekommering van den mijnen wekte. Ik had echter geene zoo groote inbeelding van mijzelven, om te gelooven, dat ik nu juist de persoon zoude zijn, op wien Amelia verlieven zoude. Een oogenblik daarna kwam het rijtuig van den Heer Blaek terug: een schijnbaar onbeduidende wenk, door dezen aan den koetsier gegeven, en welken de laatste met een hoofdknik beantwoordde, bevestigde mij in mijn vermoedens omtrent de wijze, waarop de Graaf ontsnapt was. Wij reden nu allen weer naar Heizicht, alwaar wij met een wandeling door de plaats den tijd poogden te korten en nieuwen eetlust op te doen tot het middagmaal. Nauwelijks had de bel het teeken hiertoe gegeven, of wij zagen het rijtuig van den Heer Van Baalen oprijden en hijzelf met een bezorgd gelaat daaruit stappen. "Wel, mijn waarde Van Baalen! riep Tante hem toe: "hebt gij zoovele drukte aan het kantoor gehad? Wij rekenden al niet meer op u." "Wat helpt het klagen!" zeide hij, de schouders ophalende: "het is mijn lot, en ik tref het altijd ongelukkig, dat, zoo vaak ik uit verzocht word, er iets in den weg moet komen. Vriend Huyck! ik moet u even spreken, met verlof van het gezelschap." "Is er zwarigheid?" vroeg ik, met hem ter zijde gaande. "Niet gering!" antwoordde hij: "de _Fortuin_ is door den storm op de Terschellingsche banken geslagen. De equipage is gered, en men is bezig de lading te lossen; maar het schip zal, vrees ik, verloren zijn." "Dat is voorwaar een Jobstijding!" zeide ik ontroerd: "en is UEd. zeker dat niemand er het leven bij ingeschoten heeft?" "Niemand," zeide Van Baalen: "en dat is waarlijk een wonder te noemen. Nu ik hoop maar, dat Pulver wijs genoeg zal zijn om een spoedige gelegenheid te vinden, om de goederen verder te zenden: vooral de thee; want daar is nog een kapitaal op te winnen; en wordt dat nu verzuimd, dan is binnen een maand de markt overhoopt. Het is drommels uit den koers; anders ware het nog altijd wel zaak, er iemand heen te zenden, om te zien hoe de zaken
PREV.   NEXT  
|<   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442  
443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   >>   >|  



Top keywords:

gegeven

 

Baalen

 

zenden

 

Amelia

 

mijzelven

 

rijtuig

 
hetgeen
 

laatste

 
altijd
 

dienst


vooral

 
Fortuin
 
antwoordde
 
schouders
 

gering

 
klagen
 

geslagen

 
equipage
 

rekenden

 

banken


gaande
 

Terschellingsche

 

zwarigheid

 

ongelukkig

 

Vriend

 

spreken

 

verzocht

 

ophalende

 
verlof
 

gezelschap


ontroerd

 

kapitaal

 

winnen

 

vinden

 

gelegenheid

 

goederen

 

verder

 

verzuimd

 
anders
 
iemand

drommels
 

binnen

 
overhoopt
 
spoedige
 

genoeg

 
voorwaar
 

Jobstijding

 

verloren

 

lading

 
lossen