FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443  
444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   >>   >|  
staan en wat er nog van te halen is, eer de strandvonders en kustwaarders met alles gaan strijken." "Dan is het misschien best, dat ik er zelf maar heen zeile," zeide ik. "Ik dorst het u niet voorstellen," zeide Van Baalen: "maar dat zou voorzeker een brave daad van u zijn.--Wanneer zoudt gij in staat zijn te vertrekken?" "Wel! dadelijk, als het noodig is." "Neen! Heden zoudt gij toch geene gelegenheid meer vinden: en wij dienen vooraf nog dezen en genen te spreken; want ik kon dezen morgen, met de Zaterdag, slechts de helft aantreffen van hen, die ik noodig had. Zoo gij morgen met den Harlinger beurtman vertrekt, en verder een visschersvaartuig naar Terschelling neemt, zal het toch altijd het beste middel van overtocht zijn; want de gewone _route_ met de postschuit kan ik u niet erg aanraden." Dit punt alzoo geregeld hebbende, begaven wij ons weder bij het gezelschap, waar wij natuurlijk geen geheim maakten van het voorval, en de betuigingen van deelneming der aanwezigen erlangden. Een en ander was echter weinig geschikt om de genoegens, die men zich van het feest had voorgesteld, te verhoogen. "Wel lieve moeder!" zeide ik, de beste vrouw bij de hand nemende: "uw jaardag wordt onder geen blijde voorteekenen gevierd." "O!" zeide zij, mij een kus op het voorhoofd drukkende: "beklaag mij niet: ik gevoel mij gelukkig; want ik heb op dezen dag de zekerheid bekomen, dat wij u onschuldig verdacht hebben gehouden; en zou ik dan nog over iets anders kunnen bedroefd zijn?" De gebeurtenissen van den dag waren echter nog niet ten einde geloopen: op het nagerecht ontving mijn vader met de 's-Gravenlandsche schuit een pakket uit Amsterdam. Behalve eenige berichten voor hem, bevatte het een brief voor Tante Letje, dien hij haar ter hand stelde. Zij opende dien: hij was van Amelia, die haar, onder warme dankbetuigingen voor het haar verleende verblijf, kennis gaf, dat zij vertrokken was, om haar vader terug te vinden en met dezen de Vereenigde Provincien voor altijd te verlaten, terwijl zij verschooning verzocht, van zich dus zonder afscheid te verwijderen, hetgeen men toch vooral aan geen gebrek aan hartelijkheid moest toeschrijven: maar alleen aan de gebiedende noodwendigheid, welke haar gedwongen had, op een zoo verhaaste wijze van de zich opdoende gelegenheid gebruik te maken. "Zij maakte zich op en ginck heenen," zeide Tante Letje: "maar ik zegge: de Heere beeft haar laten gaen; want zij volgt haar vader wien
PREV.   NEXT  
|<   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443  
444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   >>   >|  



Top keywords:

gelegenheid

 

noodig

 

vinden

 

altijd

 

morgen

 

echter

 
Amsterdam
 

schuit

 
zekerheid
 

Gravenlandsche


pakket

 
drukkende
 
voorhoofd
 
berichten
 

beklaag

 
gevoel
 

eenige

 
bekomen
 

gelukkig

 

Behalve


verdacht
 

gebeurtenissen

 

anders

 

kunnen

 

bedroefd

 

onschuldig

 

ontving

 

hebben

 
geloopen
 

nagerecht


gehouden

 

kennis

 

gedwongen

 

verhaaste

 

noodwendigheid

 

gebiedende

 

hartelijkheid

 

toeschrijven

 
alleen
 
opdoende

gebruik
 

maakte

 
heenen
 
gebrek
 

vooral

 
verleende
 

dankbetuigingen

 

verblijf

 

Amelia

 
stelde