FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454  
455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   >>   >|  
vervallen. "Waar ben ik?" vroeg zij met een flauwe stem, zich met de vlakke hand over het voorhoofd wrijvende: "hoe kom ik hier? Ik ben hard ziek geweest, geloof ik:--maar nu is het beter: ik wilde wel wat drinken." "Hier hebt gij drinken," zeide Sander, haar een kommetje aan den mond brengende: "bevindt gij u waarlijk beter, mijn liefste?" "Zoo! zijt gij daar nog, Sander?" hernam zij: "dat is goed:--maar hoe kom ik toch hier?--Ik ben wat in de war geweest en heb veel geleden ... maar 't is zonderling: ik voel nergens pijn meer." Niettegenstaande de verklaring van den geneesheer, kon ik niet deelen in de betere hoop, die hij Sander had ingeboezemd. Dat ophouden van alle pijn, gevoegd bij den strakken blik der half gebroken oogen, scheen mij een onrustbarend kenteeken te zijn, en ik begon te duchten, dat Helding zijn dochter slechts zou terugvinden om haar terstond weder te verliezen. "Wie is die Heer?" vroeg zij, op mij wijzende. Ik beschouwde deze vraag als geschikt om er aanleiding uit te ontleenen, ten einde haar op het bezoek haars vaders voor te bereiden, en voorkwam dus het antwoord, dat Sander geven wilde. "Ik kom uit Amsterdam," zeide ik, "en heb een boodschap voor u, van iemand, die u van harte liefheeft." "Iemand in Amsterdam ... die mij liefheeft!" herhaalde zij met een uitdrukking van twijfel en smart: "wie is er, die mij liefheeft in Amsterdam?--O God! er is wel een geweest, die het mij gezegd heeft ... maar hij was een verleider ... hij was de oorzaak van mijn verderf en ellende." "Hij, van wien ik spreek," vervolgde ik, "is iemand, die nooit als uw welzijn beoogd heeft. Bedenk eens wel: is er niemand in Amsterdam, wien natuur en plicht beide u voorschrijven lief te hebben en het verdriet te vergoeden, dat gij hem veroorzaakt hebt?" "Wat!" zeide zij, met verheffing van stem: "van mijn vader komt gij! van mijn vader!... hoort gij Sander?... die Heer komt van mijn ongelukkigen vader!--en denkt hij nog aan zijn slechte, nietswaardige dochter, die hem zooveel verdriets heeft gekost?--En weet hij, dat ik nog leef?--O! het ware immers veel beter, dat ik dood ware,--dan behoefde hij geen leed meer te gevoelen over een schepsel, dat niets dan schande over zijn eerlijken naam heeft gebracht." "Meisje!" zeide ik: "onze Vader in de Hemelen is lankmoedig jegens hen, die berouw toonen: en moet uw aardsche vader dat voorbeeld niet volgen? Gij zijt nooit uit zijn gedachten geweest en hij verlangt
PREV.   NEXT  
|<   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454  
455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   >>   >|  



Top keywords:

Sander

 

geweest

 
Amsterdam
 

liefheeft

 

dochter

 

iemand

 

drinken

 

berouw

 

vervolgde

 

toonen


spreek

 
jegens
 
lankmoedig
 

niemand

 
Bedenk
 
beoogd
 

welzijn

 

twijfel

 

uitdrukking

 

herhaalde


verlangt

 

Iemand

 

gedachten

 

aardsche

 

verderf

 

natuur

 

oorzaak

 

voorbeeld

 

gezegd

 
volgen

verleider

 

ellende

 
gebracht
 

verdriets

 

Meisje

 
gekost
 

eerlijken

 
schande
 

schepsel

 
gevoelen

behoefde

 

immers

 

zooveel

 
nietswaardige
 

verdriet

 

vergoeden

 
Hemelen
 

hebben

 

voorschrijven

 
veroorzaakt