FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438  
439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   >>   >|  
hem zoo had beetgenomen, en bemoedigd door de hoop van den zwerver in zijn macht te krijgen. "Juist! indien hij niet van hier is, moet hij zich hier nog bevinden," zeide de Naarder Onderschout, deze alleszins logische redeneering met een veelbeteekenend hoofdknikken verzeld doende gaan: "wat dunkt u er van, Heer Hoofdschout?" "Ik ben het volkomen met u eens," antwoordde mijn vader: "en wij zullen, geloof ik, best doen, het huis en de aanhoorigheden nog eens te onderzoeken, terwijl de dienaars al de uitgangen blijven bewaken." "_Hunc procul obscura latitantem parte videbis_. Wat u betreft," zeide hij, mij aanziende: "gij zult ons vergezellen. Wij kunnen beginnen met deze schuur." De schuur werd van alle kanten doorsnuffeld: er was aldaar weinig gelegenheid om iemand te verbergen. De ronde hield ons dus niet lang bezig.--Van daar gingen wij de woning binnen. Martha, die voor het vuur tusschen haar medehelpsters zat neergehurkt, liet van ontsteltenis den inhoud van haar koekenpan over de plaat druipen, toen zij den Onderschout met een barsche stem hoorde roepen: "waar heb je dien vent verstopt, die hier dezer dagen gehuisd heeft?" "Ik Meneer!" antwoordde zij, bevende: "ach God! ik ben een arme weduwvrouw en leef hier eenzaam en alleenig, sinds men zeun mij verlaten heit: zou ik hier iemand in huis 'ehad hebben?" "Wij zullen deze trap op moeten," zeide, zonder zich aan haar taal te bekreunen, mijn vader, die mij al dien tijd in 't oog gehouden had en bespeurd, dat ik bij 't binnenkomen een blik naar dien hoek had geslagen.--Wij liepen allen naar boven; maar het opkamertje was ledig. "Doorzoekt de bedsteden!" zeide mijn vader. Heynsz ontsloot de deuren; maar daar achter was niemand te einden. Het beddegoed was opgerold en de kussens in 't midden er boven op gelegd, gelijk gewoonlijk geschiedt, wanneer men van de slaapplaats geen gebruik maakt. Met dit oppervlakkig onderzoek echter niet voldaan, haalde Heynsz den ganschen toestel over den vloer. "'t Is een mooie boel, dien je maakt," zeide Martha, die ons gevolgd was: "als je 't maar allemaal weer in orde brengt. Ik heb vandaag warentig al drukten genoeg." "Deze lakens hebben gediend," zeide Heynsz, met een zegevierenden blik, terwijl hij aan de beide hoofdbeambten de kreukels deed opmerken. "Nou jae," zeide Martha: "wat zou dat? Die lakens zijn ook 'ebruikt 'eweest; niet lang 'eleden, met kermis, heit men zuster in 't iene bed 'eslapen en men zusters
PREV.   NEXT  
|<   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438  
439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   >>   >|  



Top keywords:

Martha

 

Heynsz

 

antwoordde

 

zullen

 

terwijl

 

iemand

 
schuur
 

hebben

 
Onderschout
 

lakens


bedsteden

 
Doorzoekt
 
deuren
 
einden
 

niemand

 
achter
 

beddegoed

 
ontsloot
 

zonder

 

bekreunen


moeten
 

verlaten

 

gehouden

 

liepen

 

opkamertje

 

geslagen

 

bespeurd

 

opgerold

 
binnenkomen
 

voldaan


zegevierenden

 

hoofdbeambten

 

kreukels

 

gediend

 

vandaag

 

brengt

 

warentig

 

drukten

 
genoeg
 
opmerken

zuster
 

eslapen

 
zusters
 
kermis
 

eleden

 
ebruikt
 

eweest

 

gebruik

 

oppervlakkig

 
slaapplaats