FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437  
438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   >>   >|  
waarvan deze eenigszins donker keek, gelijk men doorgaans doet, wanneer men uit een aangenaam gezelschap wordt opgeroepen tot de lastige beslommeringen, die ambtsbetrekkingen met zich brengen. "Is er eenige zwarigheid?" vroeg Tante Van Bempden, terwijl mijn moeder angstig mijn vader aanzag, die oprees om zich te verwijderen. "Ik ben dadelijk terug," antwoordde hij: "ik bid u, laat niemand zich over mij bekommeren."--En hij ging naar den kant van de schuur. Ik oogde hem bekommerd na; want een geheim voorgevoel, of liever de opsomming van het vroeger voorgevallene, zeide mij, dat het opontbod mijns vaders in verband stond met het opsporen van Van Lintz. En ik werd niet weinig in mijn vermoedens versterkt toen dezelfde bediende mij een oogenblik later kwam zeggen, dat mijn vader mij liet roepen. "Wel zoo! vertrekt gij ook al?" vroeg Tante Van Bempden. "_Le combat finira faute de combattans_," voegde Suzanna er bij: "de Heeren willen ons zeker een verrassing bezorgen." "'t Zou mij niet verwonderen," zeide ik, "indien er werkelijk een verrassing plaats had." En ik wierp in 't heengaan een blik op den Heer Blaek, die, met een gelaat zoo bleek als een doek, onbeweeglijk op zijn plaats zat en de eene teug water voor, de andere na opdronk. Ik vond mijn vader in de schuur, en bij hem een ander Heer, die mij naderhand bleek Onderschout van Naarden te zijn: tegen over hen stond Heynsz, die aan een hevige gemoedsbeweging ten prooi scheen. "Mijnheer!" zeide mijn vader, zoodra hij mij zag, op een gestrengen toon: "kunt gij mij ook zeggen, waar zich de persoon bevindt, met wien gij gisteren in de boerenwoning een geheim onderhoud hebt gehad?" "Neen, vader!" antwoordde ik: "ik heb den man, dien UEd. waarschijnlijk bedoelt, bij toeval hier ontmoet, daar ik een boodschap voor Tante verrichtte, en weet niet waar hij gebleven is." "Ik zeg Uw Ed.-Gestr., dat hij nog moet zijn hier," zeide Heynsz: "al mijn maats, die hier in den omtrek de wacht hebben gehouden, declareeren, dat zij hem niet hebben zien uitgaan: en de dienaars van Gooiland declareeren het ook ... had ik maar kunnen vermoeden, wie die Heer Van Beveren was!... maar wie kon ook veronderstellen, zoo iets?--Te denken, dat de man, dien wij zochten, heeft gewoond veertien dagen lang te mijnen huize! 't Is om te worden ijlhoofdig!--Maar hij moet gevonden worden!"--En de goede man liep stampvoetende heen en weder, beurtelings gekweld door de gedachte, dat men
PREV.   NEXT  
|<   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437  
438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

declareeren

 

schuur

 

zeggen

 

worden

 

plaats

 
geheim
 

Bempden

 
Heynsz
 

antwoordde


verrassing

 
boerenwoning
 
waarschijnlijk
 
onderhoud
 

gestrengen

 
hevige
 

gemoedsbeweging

 
Naarden
 

naderhand

 

Onderschout


persoon
 

bevindt

 

bedoelt

 

scheen

 

Mijnheer

 

zoodra

 

gisteren

 

omtrek

 
veertien
 

gewoond


mijnen

 

zochten

 

veronderstellen

 

denken

 

ijlhoofdig

 

beurtelings

 

gekweld

 

gedachte

 
stampvoetende
 
gevonden

gebleven
 

ontmoet

 
boodschap
 
verrichtte
 

Gooiland

 
dienaars
 

kunnen

 

vermoeden

 

Beveren

 
uitgaan