FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418  
419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   >>   >|  
e Tante: "daar komt Neef de meeste eer van toe: heugt het u nog, Neef?" "Maar neen!" zeide Amelia, zich opeens bezinnende: "neen! dat kan toch niet. In een onbedachte opwelling van erkentenis vergat ik, dat uwe familie reeds onaangenaamheden genoeg om mijnentwille heeft gehad. Neen!--dat kan waarlijk niet." "En waarom dat niet?"--vroeg Tante: "van de familie zult gij geen last hebben, noch de familie van u: ik heb u immers gezegd dat gij stil op uw kamer kunt blijven." "Ik eerbiedig de nauwgezetheid van de Freule," zeide mijn vader: "en toch geloof ik, dat zij niet beter kan doen, dan uw voorstel aan te nemen.--De wereld zal daaruit kunnen opmaken, dat de nadeelige geruchten, die omtrent haar geloopen hebben en waaraan ikzelf geloof hechtte, logenachtig zijn.--Voor 't overige zult gij Freule! hier geheel vrij leven en niemand zal u kwellen met vragen of bezoeken." "Neen!" zeide Amelia: "ook om uwentwille, Mijnheer Huyck! moet ik niet bij uwe zuster blijven.--Zouden de menschen, die altijd liefst genegen zijn het ergste te denken, u niet beschuldigen van te heulen met iemand, dien gij vervolgen moet, door aan zijne dochter huisvesting bij uwe naastbestaande te verleenen?" "Uwe bedenking is vol juistheid," antwoordde mijn vader: "en zij doet mijn achting voor u rijzen; want na de wijze, waarop ik u behandeld heb, is het meer dan grootmoedig in u, bezorgdheid voor mijnen goeden naam te toonen. Maar in dit geval zal ik de lieden, laten spreken en mij niet storen aan wat zij verhalen. Uw goede naam is van niet minder gewicht dan de mijne; en ik zie geen beter middel om dien te herstellen en alle zotte praatjes te doen zwijgen, dan door het aannemen van het voorstel mijner zuster." Ofschoon met moeite, gaf Amelia eindelijk toe, en Tante gaf terstond last, dat haar goed zoude gehaald worden; terwijl mijn vader een briefje aan Heynsz schreef, met machtiging om het te laten volgen. Daarna namen wij ons afscheid en lieten de beide dames alleen. "Zij bezit denzelfden onafhankelijken geest, die haar vader altijd! gekenmerkt heeft," zeide mijn vader, nadat wij een wijl zwijgend! over de straat hadden geloopen: "ik beklaag haar; want, de Graaf moge zich nog een wijl aan onze nasporingen onttrekken: hij moet toch eindelijk in de val loopen: en wat zal dan haar lot zijn?" "Gij zijt niet meer ontevreden op mij, Vader!" zeide ik, hem bij de hand vattende. "Ik begin te begrijpen, dat gij in een moeielijk praedicament h
PREV.   NEXT  
|<   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418  
419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   >>   >|  



Top keywords:

familie

 

Amelia

 

blijven

 

geloof

 

Freule

 

eindelijk

 
geloopen
 
zuster
 

voorstel

 

altijd


hebben

 
moeite
 

machtiging

 

Ofschoon

 
aannemen
 

praatjes

 

zwijgen

 
schreef
 

mijner

 

worden


briefje

 

gehaald

 

Heynsz

 
terwijl
 

terstond

 
minder
 

spreken

 

storen

 

lieden

 

toonen


meeste

 

verhalen

 

middel

 

herstellen

 

gewicht

 

volgen

 

loopen

 

onttrekken

 

nasporingen

 

ontevreden


begrijpen
 

moeielijk

 

praedicament

 

vattende

 

beklaag

 

alleen

 

lieten

 

afscheid

 

goeden

 

denzelfden