oor, dat des lezers belangstelling waardig
is. Van drie omstandigheden echter moet ik melding maken: de eerste was,
dat de Kapitein Pulver uitzeilde en mij door zijn vertrek wat meer
ruimen tijd liet: de tweede, dat Heynsz, wiens betrekking tot de
Justitie nu door het babbelen van Helding spoedig algemeen bekend was
geworden, en die alzoo niet langer in 't geheim van dienst kon zijn, een
openbare bediening verkreeg. Een der Onderschouten was kort te voren
gepensionneerd geworden en Heynsz werd benoemd om dien post voorloopig
te vervullen, met toezegging, dat hem een dadelijke aanstelling geworden
zoude, zoodra het hem gelukt zoude zijn den zich nog altijd
schuilhoudenden Graaf van Talavera aan de Justitie over te leveren.
Eindelijk, ten derde, Suzanna ontving een briefje van haar vriendin,
waarin deze, in zeer korte bewoordingen, te kennen gaf, dat zij mijn
brief ontvangen had, en wel gelooven wilde, dat men mijn gedrag in een
ongunstiger licht stelde dan het verdiende; doch dat, wetende hoezeer
haar oom, wien zij alles verschuldigd was, tegen onze nadere
kennismaking was, plichtmatig begreep te moeten handelen door mij te
doen verzoeken, alle verdere moeite ten haren opzichte te staken en mij
mijn woord teruggaf. Deze harde taal sloeg mij geheel ter neder; maar ik
begreep, dat er voor 't oogenblik niets tegen te doen was: en dat ik
moest afwachten of wellicht de tijd in de gezindheid van den Heer Blaek,
om mij zijn nicht te ontzeggen, of in hare gezindheid om zijn wil op te
volgen, eenige verandering teweeg mocht brengen.
Een dag vroeger dan dien, waarop het verjaarfeest te Heizicht zou
gevierd worden, vertrok ik derwaarts, ten einde mijn Tante Van Bempden,
op haar verzoek, in het maken van eenige voorloopige schikkingen
behulpzaam te zijn.--Ik vond Tante in blakenden welstand, en, als naar
gewoonte, het zeer volhandig hebbende. Nauwelijks gunde zij zich den
tijd mij welkom te heeten, maar liep het huis op en neder en in en uit,
en riep, nu de keukenmeid, om nog eenige veranderingen in de ordonnantie
van het maal te maken: dan weder de linnenmeid, om met haar de
benoodigde tafellakens en servetten te krijgen en af te tellen: dan de
kamenier, om haar de bloemen te helpen schikken, die hijgende
tuinknechts rusteloos in potten en manden aanbrachten: dan weder de
werkmeid, om de stoeptrappen nog eens over te doen, die de tuinknechts
met hun beslikte schoenen hadden vuilgemaakt. En dan liep zij weder naar
den moestuin om d
|