FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411  
412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   >>   >|  
laatst aanmerkte, dat Heynsz zulke lieden bij zich heeft ontvangen." "Inderdaad!" zeide ik: "maar zooals ik zeide: ik weet van beiden geen kwaad: ofschoon ik beken, dat het mij aangenaam zijn zal, niets meer van hen te hooren; want sedert mijn terugkomst alhier kan ik mij niet bewegen of ik ben gedwongen, over hen te hooren spreken; het is of zij mijn booze geesten zijn, die mij in wezenlijkheid of in verbeelding altijd en overal vervolgen." Ik had deze woorden nauwelijks geuit, of zij werden bevestigd. De deur ging open, en Amelia trad binnen.--Men moet weten, zoo men het niet reeds heeft opgemerkt, dat mijn goede Tante altijd voor iedereen te huis was: en dat haar meiden dus nooit iemand aandienden; maar elk, wiens gezicht zij eenmaal gezien hadden, dadelijk naar boven stuurden. Wij waren alle drie onthutst. Amelia was echter de eerste, die de verrassing te boven kwam: en zelfs geloof ik, dat mijne tegenwoordigheid haar bemoedigde. "Mejuffrouw!" zeide zij, zich tot Tante wendende, eer deze nog het vermogen had van haar toe te spreken: "ik kom als smeekeling tot u. Ik heb, in deze groote volkrijke stad, niemand op wiens goedwilligheid ik staat kan maken, buiten u--en uw Heer Neef," voegde zij er blozende bij: "ik weet, dat mijn komst en mijn verzoek onbescheiden zijn:--en ik zal het u niet euvel duiden, zoo UEd. mij ongetroost terugzendt; maar u niettemin dankbaar blijven voor het goede, mij bewezen." "Ga zitten, Juffertje!" zeide Tante, die aan de buitengewone ontroering, welke op Amelia's wezenstrekken zichtbaar was, wel bespeurde, dat zij door geen onbeduidende oorzaak tot haar gedreven werd: "ik help gaarne, wie ik kan: want dat is ons voorgeschreven: maar wilt gij ook iets drinken? Gij ziet er zoo ontdaan uit. Is u een ongeluk overkomen?" "Wil ik mij niet liever verwijderen?" vroeg ik, weinig trek gevoelende van opnieuw in Amelia's belangen gemoeid te worden: "Mejuffrouw heeft u wellicht iets in 't geheim te zeggen." "Neen, blijf nog wat hier, Neef!" zeide Tante, die, geloof ik, bevreesd werd om zich met Amelia alleen te bevinden: "en krijg dat fleschje met die droppeltjes eens uit het hoekkastje, en de waterkaraf.--Toe! drink eens, arme ziel! gij zijt waarlijk geheel van uw stuk." "Ik dacht niet, dat ik nog vatbaar was voor een diergelijke ontroering," zeide Amelia: "ik heb grootere tegenspoeden en bekommernissen, dan die ik heden ondervind, moedig doorgestaan; maar nooit ook, neen, nooit te vore
PREV.   NEXT  
|<   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411  
412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   >>   >|  



Top keywords:
Amelia
 

altijd

 

Mejuffrouw

 

geloof

 
hooren
 

ontroering

 

spreken

 

dankbaar

 
blijven
 
ongetroost

ontdaan
 

bewezen

 

niettemin

 

terugzendt

 

drinken

 
zitten
 

buitengewone

 
onbeduidende
 

bespeurde

 
zichtbaar

wezenstrekken
 

oorzaak

 

gaarne

 

gedreven

 

Juffertje

 

voorgeschreven

 

waarlijk

 
geheel
 
droppeltjes
 
hoekkastje

waterkaraf
 
vatbaar
 

moedig

 

ondervind

 
doorgestaan
 

diergelijke

 

grootere

 

tegenspoeden

 

bekommernissen

 

fleschje


gevoelende
 

opnieuw

 
belangen
 

gemoeid

 

weinig

 

overkomen

 

liever

 

verwijderen

 
worden
 

wellicht