en Haag ging en moeite zoude
doen om _geemployeerd_ te worden.
Er was, had hij gehoord, een bediening opengekomen, waaraan geen
onbelangrijke werkzaamheden verbonden waren, en hij hield zich
overtuigd, dat zijn vader, zijn besluit vernemende, zich daarover
verheugen zou en alle pogingen in het werk stellen, om hem zijn doel te
doen bereiken. "Ik heb," zoo eindigde Reynhoves verhaal, "lang genoeg
als een _oiseux_ meubel rondgeslenterd en UEd. heeft mij doen zien dat
het tijd wordt, iets degelijks bij de hand te nemen."
Het behoeft niet vermeld te worden, dat het voornemen van Reynhove door
mijn vader hoogelijk goedgekeurd werd: mijn moeder wenschte hem
insgelijks allen voorspoed op zijne voornemens: Suzanna zeide lachende:
"Ik weet niet, Mijnheer Reynhove! maar mij dunkt, het zal u vreemd
voorkomen, den dag op een bureau door te brengen met over allerlei
vervelende schrifturen te gapen, en
Omschanst te zitten met papieren,
Die door de slaafsche zinnen zwieren.
Mij dunkt ik zie u daar zitten met een groote pen achter 't oor, een
morslap vol inktvlakken op de rechtermouw, en een aschgrauwen overrok
aan, waar de kantoorlucht niet meer uit te kloppen is."
"Ik zie wel, dat gij nooit naar Den Haag geweest zijt, Santje!" zeide
ik: "gij stelt u de kantoren aldaar voor, gelijk dat van een
Amsterdamsen koopman, waar het licht door de lantaren van de
binnenplaats invalt en men te drie uren al bij de kaars moet zitten.
Neen! ginds gaat het vroolijker toe: men zit in ruime, luchtige kamers,
en de groote bezigheid bestaat er, in de courant te lezen, en te praten
over de nieuwtjes van den dag en om het uur eens een pen te versnijden."
"Wel! hoor mij dat jongmensch eens aan," zeide Suzanna: "die praat over
kantoren en maakt vergelijkingen, en denkt, dat hij het recht heeft om
aardigheden te zeggen, omdat hij een blauwen Maandag in den handel is.
Denk je dan, Ferdinand! dat men in Den Haag niets uitvoert, omdat men er
juist niet den geheelen dag lettertjes zit te kladden en sommetjes zit
te maken, trots den besten schooljongen?"
"Mejuffrouw neemt het zoo goed voor Den Haag op," zeide Reynhove, "dat
ik er niets weet bij te voegen. Maar is het mogelijk, dat UEd. daar
nooit geweest is?--Mij dunkt, de familie moest daar eens eenige dagen
komen passeeren: het zoude mij een innige volupteit zijn, u rond te
leiden en het interessantste te laten zien."
"Ja, indien UEd. dat van papa gedaan kon krijgen," zeide Suzanna,
|