FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359  
360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   >>   >|  
t, dat ik op zoo'n manier geen weddenschap zou willen winnen." Onder dit praten waren Reynhove en Lodewijk, door de omstanders heen, de herberg binnengedrongen: en geen trek hebbende, om mij in dien wilden boel te mengen, noch om langer naar de klaagliederen van Krijn Jaspersz te luisteren, begaf ik mij naar den tuin, zette mij neder en bestelde een roemer wijn, met oogmerk om na het gebruik daarvan huiswaarts te keeren. Ik had nauwelijks eenige minuten gezeten en was, bij de algemeen heerschende drukte, nog niet geholpen geworden, toen de waard in persoon naar mij toekwam en mij uit naam van Reynhove vroeg, of ik hem en aan de overige Heeren de eer aan wilde doen, mij bij hen te vervoegen. "Ik bedank Mijnheer wel voor zijn beleefdheid," antwoordde ik: "het is mij daarbinnen te vol en ik ga zoo aanstonds heen." "Vol! Mijnheer!" herhaalde de waard: "wel neen! zij zitten maar metter zessen daar gunter in den koepel: 't is zeker anders wel de gewoonte, datter meer van de partij zijn, maar die Heer uit Den Haag valt nogal grootsch en wil niet graag met anderen als met zijns gelijken converseeren. Nou! 't is mij wel wat scha; maar wat zal ik zeggen?" Ik keek in de richting, welke hij mij aanwees, en zag inderdaad, dat Reynhove, Blaek, Weinstuebe en een drietal Officieren, zich in een der bij de herberg behoorende koepeltjes bevonden, dat voor hen was vrijgehouden: en het gaf mij juist geen kwaden dunk van Reynhove, dat hij niet verlangde met Jan en alleman te zitten. "Nou, wat mot ik zeggen?" vervolgde de waard. Ik had voorzeker wijzer gedaan, en mij vrij wat verdriet bespaard, indien ik bij mijn voornemen gebleven ware en de Heeren alleen had gelaten; maar eensdeels deed een misschien kwalijk gepaste schaamte mij vreezen, dat Reynhove het euvel zoude opnemen, indien ik het voorstel afsloeg; te meer, daar ik mij den vorigen dag verschoond had en nu toch was komen kijken: en daarbij dreef een dwaze ijdelheid mij aan, om mij geroepen te wanen, ten einde aan die liefhebbers een nuttige les te geven. Kortom, ik stond op en volgde den waard naar het koepeltje, waar onze Heeren onder de flesch bijeenzaten. "Wel! ik moet zeggen," zeide Reynhove. toen hij mij zag: "het kost niet weinig moeite de eer van Mijnheers gezelschap te bekomen. Gisteravond verzoek ik u, en gij refuseert: vandaag verandert gij van idee, en dan laat gij u nog bij de ooren trekken, om ons uw societeit te schenken." "Ik houd niet van mij in te dr
PREV.   NEXT  
|<   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359  
360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   >>   >|  



Top keywords:
Reynhove
 

Heeren

 
zeggen
 

indien

 

zitten

 

Mijnheer

 
herberg
 

misschien

 
kwalijk
 
gepaste

voornemen

 

eensdeels

 

gebleven

 

gelaten

 

alleen

 
vreezen
 

vorigen

 

verschoond

 

afsloeg

 

voorstel


opnemen

 

schaamte

 
bespaard
 

vrijgehouden

 
bevonden
 

kwaden

 
koepeltjes
 

behoorende

 

drietal

 
Officieren

verlangde
 

gedaan

 

verdriet

 

wijzer

 

voorzeker

 

alleman

 

vervolgde

 

Gisteravond

 

verzoek

 

refuseert


vandaag

 

bekomen

 

gezelschap

 
weinig
 
moeite
 

Mijnheers

 

verandert

 

societeit

 

schenken

 
trekken