chuldig zijt, hebt gij niets
van een onderzoek uwer daden te vreezen: en zoo gij verkeerd gehandeld
hebt, welnu! gij zijt gewaarschuwd voor het vervolg.--Maar ik houd u
niet langer op: men zal u reeds wachten aan het kantoor."
Hier viel niets op te antwoorden: ik groette, verwijderde mij met een
beklemd hart en ging naar het kantoor.
"Aha!" zeide de Heer Van Baalen, zoodra hij mij gewaarwerd: "ik wachtte
u reeds met ongeduld. Gij moet mij en u zelf een dienst bewijzen, en
even naar den Notaris Bouvelt wandelen. Hij is beter, en ik weet, dat
hij reeds menschen gesproken heeft. Gij moet u niet laten afschrikken
door een afwijzende boodschap en u vooral niet tevreden stellen, zoo men
u zegt, dat de eerste Klerk u wel helpen zal."
"Naar den Notaris Bouvelt!" herhaalde ik: "en wat moet ik hem
vertellen?"
"Ziehier de zaak: hij heeft altijd onze volmachten opgemaakt op onze
vrienden van over zee. Heden heb ik die wederom als naar gewoonte
ontvangen: maar zoo het mij voorkomt zijn er abuizen in, en is men
althans, ik weet niet om welke reden, van het gewone formulier
afgeweken. Ziehier de stukken. Gij, die gestudeerd hebt, zult mij wel
kunnen zeggen, of ik gelijk heb."
"Dat is nog niet zeker," antwoordde ik: "want tusschen theoretische en
practische kennis bestaat een groot verschil. Een rechtsgeleerde, al is
hij een Bijnckershoeck, zal somtijds in dergelijke stukken een flater
over 't hoofd zien, die een kantoorklerk ontdekken zal.--Maar laten wij
de volmachten eens doorloopen."
Ik zette mij naast Van Baalen neder, terwijl deze mij, onder 't lezen,
de verkeerdheden aanwees, welke hij in de opgemaakte stukken meende te
vinden. Ik kon niet nalaten, mij, in de meeste opzichten, met zijn
gevoelen te vereenigen.
"Ik begrijp zeer goed, waaraan die abuizen moeten worden toegeschreven,"
zeide Van Baalen: "gedurende de ziekte van den Notaris heeft zijn eerste
Klerk die stukken gesteld, en Bouvelt, te zwak van hoofd om dat alles
over te lezen, heeft maar op goed geloof geteekend. Intusschen moet dit
geredresseerd, en wel spoedig; want Pulver wacht er op en kan zonder dat
niet vertrekken. Eilieve! wees dus zoo goed, en ga zelf naar den
Notaris. Het is beter dat UEd. er heengaat, dan ik of een ander; want uw
titel als Meester in de Rechten zal nog eenigen invloed bij hem hebben,
ingeval hij eens koppig ware en geen ongelijk wilde erkennen."
"Ik ga," zeide ik, "ofschoon ik geloof, dat hij nog meer deferentie
zoude hebben
|