FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373  
374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   >>   >|  
t zijn paard gesteld was. "O!" zeide Reynhove: "het is zoo gezond als een visch. Ik laat het uit precautie op stal staan; moest hij morgen weer aan den gang, hij zou aan de blessen van Blaek desnoods een zeshonderd roe vooruit geven; want, wat die betreft, ik geloof niet, dat hij er ooit weer mede zal kunnen rijden." "Dit is dan," zeide ik, "een weddenschap geweest, waar niemand bij gewonnen heeft: gij zijt het geld kwijt, en Blaek een paar brave paarden." "Hij verliest er meer bij dan ik," zeide Reynhove, lachende. "Ik zie niet, dat zulks u eenigen troost kan geven, dat twee edele schepselen buiten gebruik raken en het wellicht met den dood bekoopen; terwijl zij buiten deze dwaasheden den eigenaar tot nut en genoegen hadden kunnen strekken." "_Ma foi!_ het is hun lot! waar zijn de harddravers voor, anders als om te loopen? Gij zult toch een echt nationale gewoonte als de harddraverijen niet willen condemneeren?" "Volstrekt niet," hernam ik: "maar de paarden, welke men daartoe bezigt, worden er uitdrukkelijk toe bestemd, en door een gestadige oefening bekwaam gemaakt om het lang uit te houden en sterke beweging te doen zonder nadeel voor hun gezondheid: en bovendien bereden door lieden, die de noodige zorg dragen, dat zij zich niet boven hunne krachten inspannen. Wat ik veroordeel, zijn die bijzondere weddenschappen, waarbij welopgevoede lieden zich met rostuischers gelijk stellen, hun paarden slaan, mishandelen en bederven, en per slot slechts een schralen roem inoogsten. Ik geloof, dat ik mij des te vrijer jegens u aldus mag uitlaten, omdat ik bespeurd heb, dat gij, uit liefde voor uw beest, en om het niet te bederven, de kans der overwinning verspeeld hebt. Doch juist dit toont aan, dat gij althans voor dergelijke grappen de man niet zijt. Om die mede te doen, moet men beginnen met alle gevoel van deernis uit te schudden." "Ik geloof, dat gij gelijk hebt," zeide Reynhove: "_mais que voulez-vous_?" "Gij althans," vervolgde ik, "zoudt niet handelen, gelijk Blaek gedaan heeft ten opzichte van Velters. Gij ziet waar die paardekoopers-zedenkunde toe brengt." "Ik verzeker u," zeide Reynhove, "dat, toen ik kennis maakte met Lodewijk, ik hem voor een bon _compagnon_ aanzag, die wellicht zijn gebreken had, maar rond en voor de vuist was;--maar hij is mij erg tegengevallen:--en dan de manier, waarop hij over zijne _cousine_ spreekt!--foei!--_Apropos_! is het een indiscretie, u te vragen, of gij _vues_ op
PREV.   NEXT  
|<   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373  
374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   >>   >|  



Top keywords:

Reynhove

 

paarden

 
geloof
 

gelijk

 

kunnen

 

althans

 

buiten

 

wellicht

 

bederven

 

lieden


weddenschappen

 
welopgevoede
 
waarbij
 

liefde

 
krachten
 

inspannen

 

verspeeld

 

overwinning

 

bijzondere

 

veroordeel


inoogsten

 

schralen

 

slechts

 

vrijer

 
mishandelen
 

stellen

 
bespeurd
 

uitlaten

 

jegens

 

rostuischers


vervolgde

 
gebreken
 

aanzag

 

compagnon

 

maakte

 
kennis
 

Lodewijk

 
tegengevallen
 

manier

 

indiscretie


Apropos

 

vragen

 
spreekt
 

waarop

 

cousine

 
verzeker
 

gevoel

 
deernis
 

schudden

 

beginnen