FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384  
385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   >>   >|  
huis en zijne betrekkingen in gezondheid terug te zien, die, zeg ik, op zulk een dag zich niet schaamt, een _maitres_ met zich te brengen en te kameren! die gedoogt, dat zijn vrome en niet ergdenkende Tante in kennis komt met een slecht voorwerp: die, om zijn bezoeken bij haar te bewimpelen, mij wijs maakt, dat hij nachtwandelingen met Velters doet: die, van een dronkenmanspartij terugkeerende, een mede-vrijer van de trappen laat smijten!... quem frangere postes Non pudet, et rixas inseruisse iuvat. Gij ziet dat ik van alles onderricht ben... en die, onder de bedrijven, zich nog inbeeldt, dat hij aanspraak op de hand van een fatsoenlijk meisje kan maken!--Ferdinand! Ferdinand! hoe diep zijt gij gevallen! Tantane te, fallax! cepere oblivia nostri?" "Vader!" zeide ik, met zooveel bedaardheid als ik machtig kon blijven: "Van al wat UEd. daar opnoemt is er slechts eene aantijging, waarop ik schuld bekennen moet:--namelijk, dat ik u voorgelogen heb betreffende mijn wandeling met Velters.--Wat mijn kennis betreft aan de Juffer, die bij Heynsz logeert,--deze schaam ik mij niet. UEd. hadt mij beloofd, daarnaar niet meer te vragen." "Dit had ik gedaan, omdat ik een vast vertrouwen stelde in uw oprechtheid en in uw godsdienstig gevoel.--Maar nu gij eenmaal, en gij bekent het zelf, mij bedrogen hebt in een punt, hoe wilt gij dan, dat ik, in het overige, staat make op de woorden van iemand, _quem non periuria terrent_? Is het nu mijn plicht niet, als vader, die zijn zoon moet terughouden, wanneer hij hem met rassche schreden den weg ten verderve ziet inslaan, en als Hoofdschout, die voor de goede orde in de stad moet waken, een perk te stellen aan dergelijke ongeregeldheden?" "Ik ben wel te beklagen," zeide ik: "te meer, omdat mijn verdediging zoo gemakkelijk mogelijk zou zijn, indien mij niet een heilige, maar noodlottige plicht het spreken verbood." "Het is genoeg, Mijnheer!" zeide mijn vader, oprijzende: "ik weet dergelijken kinderpraat op zijn waarde te schatten. Voortaan zullen uwe gangen worden nagegaan, daar kunt gij op rekenen. Als vader zal ik zorg dragen, dat gij mijn eerlijken naam geen verdere schande aandoet: als Hoofdschout zal ik waken, dat gij de goede orde in deze stad niet weder verstoort.--Gij hebt afgedaan: ik wil u niet langer ophouden." "Neen, mijn vader!" riep ik uit, oprijzende en hem de hand drukkende, die hij niet gaf noch terugtrok, maar bewegingloos in de mijne liet
PREV.   NEXT  
|<   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384  
385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   >>   >|  



Top keywords:

Ferdinand

 
oprijzende
 
plicht
 

Hoofdschout

 

Velters

 

kennis

 

langer

 

periuria

 

terrent

 

terughouden


ophouden

 
afgedaan
 

aandoet

 
verstoort
 
rassche
 

schreden

 

wanneer

 

iemand

 

bekent

 

terugtrok


bedrogen

 

bewegingloos

 

eenmaal

 

gevoel

 

woorden

 
verderve
 

overige

 

drukkende

 

verbood

 
genoeg

spreken

 

rekenen

 

heilige

 

godsdienstig

 
noodlottige
 

Mijnheer

 

nagegaan

 
schatten
 

Voortaan

 

zullen


gangen
 

worden

 

waarde

 

dergelijken

 

kinderpraat

 

indien

 

eerlijken

 

stellen

 

dergelijke

 
schande