FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377  
378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   >>   >|  
zoo gij hem slaat, laten wij hem los." "Mijne Heeren!" zeide Bos, op een bedaarden toon: "hij bekomt niet als het honderdste deel van hetgeen hij verdient; en het is hoog noodig, dat hij eens leere, hoe hij hier in 't vervolg ontvangen zal worden." "Gij zult het mij betalen," brulde Lodewijk, pogingen aanwendende om zich los te rukken: "houdt mij niet vast, lamme, valsche vrienden die gij zijt! Pieter! mijn zweep! ik wil dien schoft mores leeren." En Pieter, die geen haar beter was dan zijn Heer, stormde binnen en kwam met opgeheven zweep op Bos aan. Ik sprong tusschen beiden; maar zag mij hierdoor genoodzaakt, Lodewijk los te laten, die, zich nu ook van Reynhove bevrijdende, als een razende Roeland op Bos toeschoot. Maar deze, hem zonder schroom afwachtende, greep hem met de eene hand in de das en met de andere in den gordel, droeg hem, ondanks zijn tegenspartelen, de deur uit en smeet hem toen van al de trappen af. "O God! wat zal het gevolg van dit alles zijn?" riep Amelia: "Mijnheer Huyck! in 's Hemelsnaam!--Help hem toch aan 't bedaren." "Ga uw Heer oprapen," zeide Bos, terugkeerende, tegen Pieter: "of ik zal u denzelfden weg wijzen." Pieter, hoewel anders een onbeschofte, ruwe kerel, en voor geen kleintje vervaard, scheen echter ongenegen een nieuw bewijs uit te lokken van de kracht des forschgespierden mans, die voor hem stond, en begaf zich, zonder een tweede bevel af te wachten, naar beneden. Reynhove trad nader: "is dit niet wat hard geprocedeerd, Mijnheer?" vroeg hij: "onze vriend is een weinig beschonken, en...." "En ik behandel hem als zoodanig," zeide Bos: "gij zult mij genoegen doen, hem te volgen: ik verlang vrij op mijne kamer te zijn en van bezoeken verschoond te blijven.--Mijnheer Huyck! een woord met u eer gij gaat." "Ik verlaat u, Mijnheer!" zeide Reynhove: "want ik erken, dat gij hier meester zijt: maar permitteer mij om u te zeggen, dat ik hier toevallig ben ingekomen, en wel, om een dispuut, dat ik vreesde, te prevenieeren: en dat ik uwe forsche manier van ageeren jegens iemand, die zich niet wel defendeeren kan, nimmer zal approbeeren." "Al genoeg!" hernam Bos, met een beweging van ongeduld, en terwijl hij hem de deur wees. Reynhove haalde de schouders op, boog zich voor Amelia, gaf Bos zijn trotschen blik terug en vertrok. "Wat is de aanleiding van dit tooneel?" vroeg Bos, zoodra hij weg was: "ik had niet verwacht dat dergelijke onaangenaamheden herhaald zouden worden."
PREV.   NEXT  
|<   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377  
378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   402   >>   >|  



Top keywords:

Reynhove

 

Pieter

 
Mijnheer
 

Amelia

 

zonder

 

Lodewijk

 

worden

 

behandel

 

zoodanig

 

beschonken


genoegen

 
weinig
 
vriend
 

verlang

 
blijven
 

verlaat

 

verschoond

 

bezoeken

 

geprocedeerd

 

volgen


bewijs

 

lokken

 

kracht

 

ongenegen

 
kleintje
 

vervaard

 
scheen
 

echter

 

forschgespierden

 

beneden


wachten

 
tweede
 

permitteer

 

trotschen

 

schouders

 
haalde
 

beweging

 
ongeduld
 

terwijl

 

vertrok


dergelijke

 

onaangenaamheden

 
herhaald
 

zouden

 

verwacht

 
aanleiding
 

tooneel

 
zoodra
 

hernam

 

genoeg