FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376  
377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   >>   >|  
e grap hoor." Dit zeggende, pakte hij mede een been van Helding aan; doch ik bemerkte dadelijk, dat zijne hulp ons weinig baten zoude, want hij waggelde zelf, en had allen schijn van onder den invloed van den wijn te handelen. Ook liet hij, zoodra wij den beschonkene de benedentrappen opgesjouwd hadden, dezen los, en ging op het portaal zitten. Intusschen sleepten wij Helding hooger op; maar ik had in 't voorbijgaan gemerkt, dat de deur van Amelia's kamer even was geopend geworden, en dat haar vader, waarschijnlijk ongerust over het buitengewoon gedruisch, om het hoekje gekeken had. Lodewijk, die misschien ook niet zonder doel was achtergebleven, had hem ook bespeurd, was weder opgestaan en de kamer van Amelia binnengetreden. Ik zag dit met een zwenk. "O wee!" zeide ik tegen Reynhove: "laten wij ons haasten: anders komt er gekheid daar beneden." Wij legden dan ook, zonder verderen omslag te maken, den snorkenden Helding op zijn bed, en stoven de trappen weer af. De deur van Amelia's kamer stond open: zijzelve zat aan haar werktafel, bleek van schrik en met de handen krampachtig saamgevouwen. Haar vader stond midden in het vertrek, met de armen over elkander geslagen, en staarde Lodewijk aan, die nauwelijks op de beenen staan kon en al vloekende uitriep: "Nu zie ik het eindelijk, Juffertje!--Al wil je mij niet tot galant, gij ontvangt toch visites van Heeren.--Voor Huyck blijft de deur niet gesloten, en wie is deze snaak? Zeker de betaalmeester en chef! He?" "Blaek!" riepen Reynhove en ik, hem van weerszijden bij de hand nemende: "Stel u toch zoo niet aan.--Ga met ons!" "Met uw verlof!" zeide Bos: "is deze de Heer Blaek, die de onbeschaamdheid heeft gehad, aan mijne dochter schandelijke voorstellen te doen?" "Uw dochter!" herhaalde Lodewijk, een oogenblik verrast: "nu ja! wat doet het er toe?" vervolgde hij met zijne gewone onbeschaamdheid: "ik heb haar rijk willen maken: en zoo gij een verstandig man zijt, zul je er niets tegen hebben. Er steekt immers geen kwaad in, op een mooi meisje te verlieven?--En zij neemt ook presenten aan, al houdt zij zich fijn." "Wacht!" zeide Bos: en meteen, een lade openhalende, kreeg hij het doosje met juweelen voor den dag en stak het Lodewijk tusschen vest en hemd; waarna hij, zonder er een woord bij te voegen, hem met de andere hand een heftigen slag in 't aangezicht gaf. "Mijnheer!" zeide Reynhove, onthutst: "wij zullen wel zorgen, dat hij u niet incommodeert: maar
PREV.   NEXT  
|<   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376  
377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   389   390   391   392   393   394   395   396   397   398   399   400   401   >>   >|  



Top keywords:

Lodewijk

 

Amelia

 
zonder
 

Helding

 

Reynhove

 

dochter

 

onbeschaamdheid

 

voegen

 

andere

 

nemende


heftigen

 
aangezicht
 
riepen
 

weerszijden

 
waarna
 

verlof

 

galant

 

ontvangt

 

zullen

 

zorgen


incommodeert

 

visites

 

Heeren

 

Mijnheer

 
betaalmeester
 

onthutst

 
blijft
 

gesloten

 

schandelijke

 

tusschen


hebben

 
willen
 

verstandig

 

Juffertje

 

verlieven

 
meisje
 

immers

 
presenten
 

steekt

 

herhaalde


oogenblik

 

verrast

 
voorstellen
 

openhalende

 

gewone

 
meteen
 

doosje

 
juweelen
 

vervolgde

 

werktafel