FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361  
362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   >>   >|  
n: "Gijlieden kent Jan Velters van de Leliegracht, die in de wandeling Jan Rijstenbrij wordt genoemd?" "Een best goed kalf van een jongen," zeide Contour: "'t is nog zoowat een brok van een neef van mij: wij plachten hem altijd te foppen, toen hij klein was: maar er was geen eer met hem te behalen; de sul liet zich alles doen." "Ik heb hem een paar reizen ontmoet," zeide ik: "hij kwam mij voor een beleefd, werkzaam mensch te zijn, wien niets ontbreekt als een betere gezondheid en wat ruimer middelen." "Ja!" zeide Weinstuebe: "recht zoo! 't is een khale rot; maar hij werkt koet: hij petient ons wel als makelaar: en ik moet zeggen, hij is altijd bront en oblizant." "Juist zoo!" zeide Lodewijk: "welnu!--Gij hebt allen dien witvoet van mij gekend: een goed en deugdzaam paard in zijn tijd; maar die nu mooi oud, gebroken en hardademig was, en zoo blind, dat ik al last had gegeven om hem dood te schieten.--Maar of ik blij ben, dat ik het niet gedaan heb.--Verleden week, moet gij weten, zit ik bij den ouwe in zijn kamer; daar komt mij die Jan Rijstenbrij met zijn bleeke tronie aangewandeld, met een pak papieren onder den arm, van een graf, dat de ouwe in de Westerkerk voor zich had laten koopen." "Jongen!" viel de luitenant Reekalf in: "heeft de ouwe plan om op te stappen? Dat zou je goed komen, vriendje?" "Dat zou het net," zeide Lodewijk, terwijl Reynhove een blik van verontwaardiging op den Officier wierp: "nu:--de knaap zag er zoo ontdaan uit van de kleine wandeling, die hij gemaakt had, dat de ouwe hem verzocht te gaan zitten en hem vroeg, hoe hij het al zoo maakte: "niet te best," was het antwoord: "ik ben verleden week naar Leiden geweest om Professor Boerhave te raadplegen: en die heeft mij het paardrijden aanbevolen."--"Zoo!" zeide mijn vader: "en heb je zijn raad al gevolgd?"--"Ja Mijnheer!" was het antwoord van Velters: "ik heb al een tochtje of wat gedaan met paarden uit de rijschool: ik wenschte wel, dat ik een goed mak beestje in eigendom kon krijgen; doch ik weet niet hoe er aan te komen. Veel geld er voor uit te geven schikt mij niet: en ik ben bang, dat zij mij in den nek zullen zien; want ik heb er geen verstand van."--Toen kwam mij de witvoet voor den geest: ik trok af, liet onzen maat zijn zaakjes met den ouwe af handelen en wachtte hem aan de voordeur af: "Zeg eens, Sinjeur Velters!" zeide ik, toen hij aftrok: "jij woudt gaarne een mak beestje hebben, nietwaar?"--"Jawel, Mijnheer Blaek!" zeide
PREV.   NEXT  
|<   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361  
362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   >>   >|  



Top keywords:
Velters
 

Mijnheer

 
gedaan
 

witvoet

 

wandeling

 

Rijstenbrij

 
beestje
 

altijd

 
antwoord
 
Lodewijk

Leiden

 

geweest

 

verleden

 

maakte

 

zitten

 
terwijl
 

Reynhove

 

vriendje

 

stappen

 

luitenant


Reekalf

 

verontwaardiging

 
kleine
 

gemaakt

 
verzocht
 

ontdaan

 
Officier
 

Professor

 

krijgen

 
zaakjes

handelen
 

wachtte

 

verstand

 

voordeur

 

hebben

 

nietwaar

 

gaarne

 

Sinjeur

 

aftrok

 

zullen


gevolgd

 

tochtje

 

paarden

 
rijschool
 
raadplegen
 

paardrijden

 

aanbevolen

 

wenschte

 

eigendom

 
schikt