FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350  
351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   >>   >|  
l van bekwaamheden ontbloot is, behoort werkzaam te zijn, en niet te vergeten, dat de Staat recht heeft op zijn arbeid en talenten: _Hos ante effigies maiorum pone tuorum,_ Bovendien, de ledigheid is een duivelsoorkussen." "Spreek toch niet zoo, Papa!" zeide Suzanna, die ik alreeds wegens haar langdurig stilzwijgen bewonderd had: "'t Is uit klinkklare edelmoedigheid, dat Mijnheer niets uitvoert." "Uit edelmoedigheid, Mejuffrouw!" herhaalde Reynhove verbaasd. "Wel ja," hernam zij: "er zijn zoovele arme slokkers, die niets bezitten en naar een postje hunkeren, om er van te bestaan, dat de Heer Reynhove, die rijk genoeg is, geen hunner daarvan berooven wil." "UEd. is te goed, Mejuffrouw!" zeide Reynhove: "maar ook dezen lof moet ik refuseeren; want ik beken, dat mij dit excuus nimmer voor den geest is gekomen." "Het zou bovendien geene verschooning zijn," zeide mijn vader: "zoolang er eereposten genoeg zijn, die werk verschaffen en die men zonder bezoldiging waarneemt. Ik ben overtuigd, Mijnheer Reynhove! dat uw vader er over denkt gelijk ik." Reynhove boog, niet wel wetende wat hij zeggen zoude. "Maar ik vergeet," vervolgde mijn vader, "dat UEd. mij niet zonder reden zoudt kunnen betichten mij te bemoeien met hetgeen mij niet aangaat. Schrijf dit toe aan mijn post van Hoofdschout, die mij in de noodzakelijkheid brengt van mij met eens andermans zaken te bemoeien." "Ik schrijf," zeide Reynhove, "dit liever toe aan UEd. belangstellende vriendschap en neem in die suppositie uwe raadgevingen met dankbaarheid aan, gepersuadeerd, dat UEd. mij niets kunt zeggen dan hetgeen door mij verdient gemoditeerd en betracht te worden." "UEd. neemt het recht heuschelijk op," zeide mijn moeder: "mag ik vragen, waar UEd. gelogeerd is?" "Bij den Heer Blaek," antwoordde Reynhove: "ik heb zijn zoon op de paardenmarkt leeren kennen en heb niet kunnen weerstaan aan zijn pressante invitatie, om eenigen tijd bij hem te komen passeeren." Mijn vader keek eenigszins strak; maar hervatte spoedig met minzaamheid: "ik twijfel niet, Mijnheer! of uw verblijf bij den Heer Blaek is genoeg berekend om u allerlei genoegens te doen smaken: ook wil ik hem zijn gasten niet aftroggelen. Intusschen, zoo UEd. eens een dag vrij zijt en den gewonen pot bij ons voor lief wilt nemen, wees dan zoo goed daarvan gebruik te maken. UEd. zult ons altijd welkom zijn." "O ja, Mijnheer!" zeide mijn moeder: "maar vergeet niet, dat het geen Haag
PREV.   NEXT  
|<   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350  
351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   >>   >|  



Top keywords:
Reynhove
 

Mijnheer

 
genoeg
 

Mejuffrouw

 

moeder

 

edelmoedigheid

 
hetgeen
 

daarvan

 
zonder
 
vergeet

zeggen

 

bemoeien

 

kunnen

 

heuschelijk

 

brengt

 
noodzakelijkheid
 

aangaat

 

Schrijf

 

andermans

 

Hoofdschout


schrijf

 

suppositie

 
verdient
 

vragen

 
gepersuadeerd
 

dankbaarheid

 
raadgevingen
 

gemoditeerd

 

liever

 
worden

betracht
 

vriendschap

 

belangstellende

 

weerstaan

 

Intusschen

 

gewonen

 

aftroggelen

 

gasten

 

allerlei

 

genoegens


smaken

 

altijd

 

welkom

 
gebruik
 
berekend
 

pressante

 

kennen

 

invitatie

 

eenigen

 
leeren