FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355  
356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   >>   >|  
t ik, na een wijl gepeinsd te hebben: "ik heb op dit oogenblik geen grooter vijand dan mij zelf en mijn gedachten: ik moet of werk hebben of bezigheid zoeken. Waarom zou ik niet naar den Haarlemmerweg gaan en zien hoe de weddenschap is afgeloopen?" Dit besluit gevormd hebbende, begaf ik mij dadelijk op weg, wandelde de singels om naar de Haarlemmerpoort en kwam ongeveer tegen half zeven ure aan de Tweehonderd Roe; waar ik weldra vernam, dat de beide wedders te vijf uren precies waren afgereden, en dus, bijaldien er geen ongeluk had plaats gehad, welhaast moesten terug wezen. Een vrij talrijk gezelschap zat in den tuin en voor de deur der herberg bijeen, met de wijnflesch of bierkan voor zich, naarmate de staat hunner geldbeurs meerdere of mindere uitgaven gedoogde: anderen wandelden langzaam den weg op en neder, blijkbaar den uitslag des wedrens verbeidende; terwijl enkelen, te paard of in hun chaisen gezeten, met hetzelfde oogmerk stapvoets op en neder reden. Daar waren, onder dien toevloed van menschen, lieden van elken rang of stand, vermogende renteniers, deftige kooplieden, beunhazen, pikeurs, stalhouders en voerlieden; doch allen, op weinige uitzonderingen na, _ridders van de zweep_: en de onderscheidene gesprekken, welke hier en daar gevoerd werden, hadden overal slechts een onderwerp, de edele rijkunst. De verdiensten der paarden van Lodewijk Blaek, die bij allen bekend waren, werden overwogen: de groote feiten, door hen verricht, in ai hun kleuren opgevijzeld; hun betrekkelijke waarde vergeleken: de prijs, dien zij gegolden hadden, genoemd, enz. enz. Wat het paard van Reynhove betrof, daarover dorst men een minder beslissend oordeel vellen, vermits het slechts aan weinigen bekend was; doch men was van gedachten, dat het, ofschoon uiterlijk van weinig apparentie, echter droog en fraai was, en tot die soort van paarden behoorde, welke niet bij uitstek snel loopen, maar een gestadigen gang hebben en het lang uithouden zonder zich te vermoeien. Ik keek ondertusschen rond, of ik niet hier en daar onder de menigte een gezicht van een kennis zoude aantreffen; maar ofschoon ik met dezen en genen, die mij van de beurs of van elders bekend was, een groet, of een kort: "hoe vaart Mijnheer?" wisselde, zag ik niemand, met wien ik het de moeite waardig achtte, een bepaald gesprek aan te knoopen. Daar ik eerst aan de Academie, en toen buitenslands geweest was, had ik weinig bekenden, althans onder dat slag van lieden, hetw
PREV.   NEXT  
|<   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355  
356   357   358   359   360   361   362   363   364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   >>   >|  



Top keywords:
bekend
 

hebben

 
ofschoon
 

weinig

 

paarden

 

slechts

 
hadden
 

werden

 
lieden
 
gedachten

Reynhove

 

betrof

 

genoemd

 

gegolden

 

oogenblik

 
weinigen
 

vermits

 

gepeinsd

 

uiterlijk

 

vellen


oordeel

 

vergeleken

 
minder
 

beslissend

 
daarover
 

opgevijzeld

 
verdiensten
 

Lodewijk

 

rijkunst

 
overal

onderwerp
 

vijand

 

grooter

 

kleuren

 

apparentie

 

betrekkelijke

 

verricht

 

overwogen

 

groote

 

feiten


waarde

 

niemand

 

moeite

 
waardig
 
wisselde
 

Mijnheer

 

elders

 

achtte

 

bepaald

 
bekenden