FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337  
338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   >>   >|  
ude ook den volgenden dag vertrekken); dat dit niet vriendelijk of beleefd was, enz. Intusschen wisten wij allen zeer goed, dat zij van den schrik reeds genoeg bekomen was, en inderdaad liever alleen wenschte te zijn, om op haar gemak al de toebereidselen te kunnen maken voor de feestviering, welke zij voornemens was, veertien dagen later ter gelegenheid van den jaardag mijner moeder, op Heizicht te geven, en waarmede haar levendige verbeelding reeds sedert lang werkzaam was geweest.--De tweede persoon, die reden had om zich over de bespoediging van ons vertrek te beklagen, was ikzelf: want ik zag mij daardoor teleurgesteld in het aangenaam vooruitzicht om nog dien avond in het gezelschap door te brengen van haar die ik liefhad. Men begrijpt echter, dat ik mijn verlangen om te blijven niet aan den dag dorst brengen, vreezende, zoo ik daarvan sprak, mijn zielsgeheim te verraden, hetwelk ik, gelijk verliefden gewoonlijk doen, mij verbeeldde, dat ieder reeds in mijn oogen lezen kon. Alleen een droevige blik, op Henriette geworpen, en een handdruk, die meer dan gewoonlijk beteekende, bij ons vertrek, moesten haar doen weten, hoeveel mij dit afscheid kostte:--en ik geloof mij niet bedrogen te hebben, zoo ik, toen wij reeds in het rijtuig gezeten waren en het laatst vaarwel over en weder klonk, een traan in hare oogen meende te zien glinsteren. In het naar huis gaan was ik stil en afgetrokken, zoo zelfs dat Suzanna mij daarover bespotte; ik had echter twee zeer goede verschooningen gereed, namelijk: slaap en vermoeienis, welke mijn goede moeder alleszins geldig vond: en ik bekwam alzoo verlof om niet te spreken en mij tot slapen te zetten. Suzanna, die, niettegenstaande zij er mij mede gebruid had, zelve toch eenigszins de uitwerking der doorgestane vermoeienissen voelde, begon weldra te gapen en te knikkebollen, en raakte, zoodra het donker was, in een diepe rust; zoodat ik nu volle vrijheid bekwam, om, met geslotene oogen en in een hoek van het rijtuig gedoken, mij over te geven aan mijn verliefde droomen, welke langzamerhand in werkelijke droomen overgingen; zoodat ik, toen wij de Weesperpoort binnenreden, in een gerusten slaap lag gedompeld. * * * * * VIJF-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK. HETWELK EEN VERVOLG IS OP HET VIER-EN-TWINTIGSTE. "Dat zijt gij gelukkig ontkomen," zeide de Heer Van Baalen, toen hij mij den volgenden morgen op het kantoor begroette: "gij hadt waarlijk tot spijs
PREV.   NEXT  
|<   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337  
338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   >>   >|  



Top keywords:
gewoonlijk
 

zoodat

 
vertrek
 

echter

 

brengen

 

droomen

 
bekwam
 

moeder

 
TWINTIGSTE
 
volgenden

rijtuig

 

Suzanna

 

niettegenstaande

 

zetten

 

glinsteren

 
meende
 

eenigszins

 

gebruid

 

slapen

 

vermoeienis


alleszins

 

daarover

 
bespotte
 

verschooningen

 
gereed
 

namelijk

 
geldig
 

afgetrokken

 

uitwerking

 
spreken

verlof
 

VERVOLG

 

gedompeld

 

HOOFDSTUK

 

HETWELK

 

gelukkig

 

ontkomen

 

begroette

 

kantoor

 

waarlijk


morgen

 

Baalen

 

gerusten

 
zoodra
 
raakte
 

donker

 

vaarwel

 

knikkebollen

 

vermoeienissen

 
doorgestane