n niet iemand zoude kunnen gaan naar Heizicht of naar de hoeve
van de oude Martha, om haar rijtuig te zoeken en te zeggen dat men haar
afhalen kwam.
"O!" zeide ik, "er valt nog veel bovendien te beredderen: maak maar
eerst, dat gij in bed komt: dat is nu het voornaamste."
De dames begrepen, dat dit inderdaad de verkieslijkste partij was en
verwijderden zich met de vrouw en de dochters van den huize: terwijl wij
ons, zoodra het vuur goed brandde, om den haard sloten en op Engelsche
wijze, naar een recept van Reynhove, die er zich goed op verstond, van
brandewijn, water en suiker ons een verwarmenden drank bereidden,
terwijl wij ons langzamerhand van schoenen en bovenkleederen ontdeden en
die op de warme plaat voor het vuur lieten drogen.
"Nu hebt gij ons nog niet verhaald, Weinstuebe!" zeide Reynhove, toen wij
een poos gezeten hadden, "hoe gij daar in die sloot zijt gearriveerd."
"Wat sol ich er lang ofer braten?" zeide Weinstuebe: "ich stond an de
foorblecht, und da kingen wir den dijk ober: und ich dacht zo, wir
kingen nach de blitz: und ich fiel und ich hield mihr selbst an ein tauw
fest: und die tauw schlingerde mit mir, und ich fiel pijten poord: und
ich dacht das ich versaufen waar: aber nein: ich lag in 't gras. Und ich
stund op und ich dacht: dat tijfelsche schip komt ofer mich hin, und so
lief ich voraus, und ich sakte bis de oren in eine modderschloot und da
lag ich zu sportelen, und zu dreien, und zu schreien; aber da waar
niemand, die mihr achtte."
"Ik geloof inderdaad," zeide Reynhove, "dat uw positie verre van amusant
was; maar laat u raden, Weinstuebe, en vertel dat gedeelte uwer
lotgevallen aan niemand over. Het is waarlijk al te vernederend, om,
wanneer men zulk een schoone kans heeft geloopen in de open zee te
verdrinken, slechts in een stinksloot te land te komen."
Terwijl Reynhove op deze wijze voortging met Weinstuebe te plagen, wendde
ik mij naar Roggeveld, en vernam of er ook gelegenheid ware, iemand,
zoowel naar het gestrande vaartuig, als naar Oud-Naarden of
's-Gravenland te zenden: en op deze punten ingelicht zijnde, vroeg ik
aan de beide Heeren, wat hunne verdere voornemens waren. Nadat ieder
zijn meening en verlangen geuit had, werd alles dienovereenkomstig
geregeld en bepaald, en ik wilde juist de vrouw van Roggeveld roepen om
van het afgesprokene aan de dames kennis te geven, toen zij de keuken
binnenkwam en mij berichtte dat Tante mij wenschte te spreken. Ik volgde
haar naar een
|