FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322  
323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   >>   >|  
oeg ik aan Lodewijk, "of blijft gij aan boord?" "Ik heb altijd gehoord," zeide Lodewijk, "dat de kapitein het laatst aan boord moet blijven; maar zoo gijlieden ergens aankomt, stuur mij dan in 's hemels naam wat vertrouwd volk, om hier den boel te bewaken." "Ik zou u gaarne van dienst zijn," zeide ik: "maar gij gevoelt, dat ik de dames niet verlaten kan." "En ik evenmin," zeide Reynhove: "eerst moeten de dames en _lieu de surete_ zijn: zij hebben waarlijk bij nacht niet te veel aan de assistentie van ons beiden: en zoo gij ons Klaas met de lantaren wildet medegeven, ware zulks, geloof ik, niet te veel geexigeerd." "En wie zal mij dan volk gaan halen en hier brengen?" "Wel, stuur Weinstuebe op kondschap uit," zeide Reynhove: "maar dat is waar ook:_ ou diantre est-il?_" "Ja! waar is Weinstuebe?" riepen wij allen, onszelven het verwijt doende, dat wij hem niet eerder gemist hadden. "De hemel beware ons!" zeide Tante: "ik hoop niet dat hij overboord is gevallen!" Weinstuebe werd overal gezocht: doch vruchteloos: nergens, noch in de kajuit, noch in 't vooronder was hij te ontdekken. Sommige onder ons meenden zich te herinneren, dat zij hem, een oogenblik voordat wij over den dijk geraakten, nog aan de voorplecht hadden zien staan: en wij konden niet nalaten de gevolgtrekking op te maken, dat hij te dier gelegenheid over boord was geslagen en zijn dood in de golven gevonden had. Hoe gek en lastig de vent ook ware, het was toch een schrikkelijke gedachte, onzen reisgenoot verloren te hebben door een zoo noodlottig toeval, hetwelk evenzeer elk onzer had kunnen treffen. Er was echter niets aan te herstellen: en deze gebeurtenis versterkte zelfs de begeerte der dames om hoe eerder hoe beter het tooneel van zooveel treurigs te verlaten. Ten einde zij echter een geschikte plaats zouden vinden om af te stappen, liet ik mij overboord glijden en zocht nu welke plek de droogste ware en tevens de naastgelegene om den weg te bereiken, die beneden langs den dok liep. Nauwelijks echter had ik een oogenblik rondgeloopen, of ik hoorde een flauwe stem kort bij mij, die erbarmelijke klaagtonen aanhief, welke ons de wind en de regen tot nog toe waarschijnlijk hadden belet te hooren. "Wie is daar?" riep ik, zonder in de duisternis eenig voorwerp te kunnen onderscheiden: "Klaas! licht eens bij. Hier in de buurt is iemand, die angstig kermt." "God beware ons!" riep Klaas, die niet geheel vrij was van bijgeloovige denkbeelden:
PREV.   NEXT  
|<   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322  
323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   >>   >|  



Top keywords:

echter

 
hadden
 
Weinstuebe
 

Reynhove

 
verlaten
 
overboord
 

eerder

 

beware

 

hebben

 

kunnen


Lodewijk

 

oogenblik

 
lastig
 

treurigs

 
gedachte
 

zooveel

 

schrikkelijke

 
geschikte
 

plaats

 

zouden


treffen

 

tooneel

 

noodlottig

 

gebeurtenis

 

versterkte

 
toeval
 

herstellen

 

hetwelk

 
evenzeer
 

verloren


reisgenoot

 

begeerte

 

zonder

 

duisternis

 
voorwerp
 

hooren

 

waarschijnlijk

 

onderscheiden

 

geheel

 
bijgeloovige

denkbeelden
 
angstig
 

iemand

 

aanhief

 

droogste

 

tevens

 

naastgelegene

 

stappen

 
glijden
 

bereiken