FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256  
257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   >>   >|  
steld, toen ik ontdekte dat de bezoeker niemand anders was dan vriend Helding, die, zoodra hij mij zag, naar mij toekwam, en met de meeste eerbiedigheid mij zijn dank betuigde voor de weldaad, die ik hem bewezen had. Ik stond als van den donder getroffen en verwenschte het toeval, dat ik juist uit de kamer was, toen hij zich had laten aandienen: daar ik in het tegenovergestelde geval naar hem had kunnen gaan en hem afzonderlijk spreken: en nu, vreesde ik, zou de bommel losbreken. "Maar mijn waarde Monsieur Helding!" zeide ik eindelijk: "ik weet, niet waar UEd. van spreekt: ik betuig u, dat uw dankzeggingen mij zoo vreemd voorkomen...." "Wel ja!" zeide mijn vader, die van meening was, dat Helding, voor de twee dukaten bedanken kwam: "UEd. behoefde waarlijk niet de moeite te doen, van daarvoor hier te komen. Het gedicht, waarmede UEd. ons vereerd hebt, is slechts weinig betaald met zulk een bagatelletje." "Een bagatelletje, Ed.-Gestr. Heer!" riep Helding: "waarlijk! zoo UEd. honderd Zeeuwen een bagatelletje noemt! voor UEd. is 't mogelijk, maar voor mij waarachtig niet." "Honderd Zeeuwen!" herhaalde mijn vader: "hier moet een misverstand plaats hebben: dat geld komt van mij niet: en ik betwijfel, of mijn zoon ook genoeg bij kas is om zulke _munera_ weg te geven." "Eilieve, Ed.-Gestr. Heer!" hervatte de poeet: "UEd. drijft het al te verre. Zulk een edele wijze van schenken verhoogt de waarde van het geschonkene." "Dat uw slinkerhand niet wete wat uw rechter geeft," mompelde Tante Letje. "Maar het is vruchteloos," vervolgde Helding, "de zaak te willen verbloemen. Hoe fijn het werk ook bestoken was, ik ben er toch achter gekomen." "Eilieve! Geef ons de _historia facti_ eens," zeide mijn vader, "want ik ben nieuwsgierig te weten hoe de vork in den steel zit." "Met genoegen, Edel-Gestr. Heer. Ik zat daar op mijn bovenkamer en had een veldzang ter gelegenheid der verjaring van den Heere Smethof voor mij, terwijl Heynsz, mijn huisheer, juist bij mij zat en mij een quitantie schreef voor drie maanden huur, die ik hem voldeed uit de twee dukaten, die UEd. laatst bij mij gelaten hadt. Daar wordt aan mijn deur geklopt: ik zeg "binnen!" daar komt een Monsieur binnen: "Monsieur Lucas Helding"--"Dezelfde," zeg ik. "Dan moet ik u dit zakje overhandigen," zegt hij: "wees zoo goed, mij quitantie daarvoor te geven." Met begon hij het geld op de tafel uit te tellen: alle gerande Zeeuwsche Rijksdaalders. Ik was zoo bui
PREV.   NEXT  
|<   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256  
257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   >>   >|  



Top keywords:

Helding

 

Monsieur

 

bagatelletje

 

dukaten

 
quitantie
 

waarlijk

 

Zeeuwen

 

Eilieve

 
binnen
 

waarde


daarvoor
 
tellen
 

historia

 

gekomen

 

achter

 

bestoken

 

overhandigen

 

vervolgde

 

slinkerhand

 

gerande


geschonkene
 

verhoogt

 

schenken

 

rechter

 

willen

 

verbloemen

 
mompelde
 
vruchteloos
 

maanden

 
voldeed

schreef

 

huisheer

 
Smethof
 

terwijl

 

Heynsz

 
laatst
 
gelaten
 

geklopt

 

Zeeuwsche

 

Dezelfde


Rijksdaalders

 

genoegen

 

nieuwsgierig

 
bovenkamer
 

verjaring

 
gelegenheid
 

veldzang

 

kunnen

 

afzonderlijk

 
spreken