n hoogen persoon aan het ledige huisje
vervoegd heeft, bewerende, dat gemelde Monsieur Weerglas niemand anders
was als ... nu raad eens, zoo gij kunt;--of liever, zoo gij 't niet
weet:--niemand anders als Zwarte Piet, en de bedrijver van ettelijke
diefstallen, huisbraken en rooverijen op den publieken weg. Nu behoef je
niet te vragen, hoe of Tante opkijkt, dat gij met den Sinjeur op zulk
een intiemen voet waart, dat hij u visites kwam doen. Zij wilde er eerst
aan Papa over schrijven: maar ik heb haar beduid, dat zij den man maar
verdriet aan zoude doen, en dat het beter ware, dat ik u eerst
kapittelde over het aangaan van dergelijke _liaisons_. Ik kan u zeggen,
dat ik er van ril en beef: en dan, hoor ik, heeft Pulver verteld, dat
gij een zakje met geld van dien fielt hebt ontvangen. Is UEd. altemet
een compagnon van Cartouche en Jaco?
_On apprent a hurler, dit l'autre avec les loups_.
En ik mag Van Baalen wel waarschuwen; anders gaat gij nog met de kas
strijken, en dan zou hij inderdaad de ongelukkigste man der wereld
worden. Ik heb al aan Jetje Blaek geraden, haar koffertje na te kijken,
om te zien of gij haar niets ontstolen hebt.--Ten haren opzichte zou ik
het u vergeven; want dat ware volgens het recht van wedervergelding
(_jus talionis_, zou Papa zeggen: ja ik weet ook wel een mondvol
Latijn): overmits zij, zoo 't mij voorkomt, zich aan de dieverij van uw
hart heeft schuldig gemaakt.--Nu! op haar hart zult gij wel alle
aanspraak verbeuren, zoo gij er dergelijke kennissen op nahoudt. 't Is
toch jammer! laatstleden Zondag scheen zij u zoo genegen, en toen gij
aan tafel met den Heer Van Baalen aan 't redetwisten waart over het
tarief, keek zij, ofschoon zij er wel niets van begrepen zal hebben, u
met zulke aandachtige oogen aan, dat het mij den schijn had, als had zij
haar toilettafel tegen een gebroken bloempot willen verwedden, dat gij
gelijk hadt.--Nu! rechtvaardig u, zoo gij kunt, want Tante is ernstig
boos: en er is een zilveren suikerstrooier zoek, dien zij zich
verbeeldt, dat door dien vagebond tijdens zijn bezoek is meegepakt: of
hebt gij hem misschien in den lommerd gezet?--Gij zijt er niet te goed
toe; dit, weet gij, is het oordeel van
Uwe Zuster
SUZANNA."
De mededeeling van dit alles was niet geschikt om mij bijzonder gerust
te stellen, en ik had reden genoeg om mijn rassche belofte tot
stilzwijgendheid te verwensche
|