FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288  
289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   >>   >|  
enk. "Niets is billijker," zeide Heynsz, eenigszins overbluft: "ik zal u niet storen:" en meteen verliet hij het vertrek. Ik stond onzeker of ik hem volgen of blijven zoude. "Blijf Mijnheer!" zeide Bos: "ik heb een woord met u te spreken." "O God! mijn vader!" zeide Amelia, met een gesmoorde stem, terwijl zij hem omklemde: "wat hebt gij verricht? Weet gij welke onvoorzichtigheid gij begaat? wie de man is, die de kamer daar verlaten heeft?" "Ik weet alles," antwoordde Bos: "en ik geloof, dat ik niet de onvoorzichtigste ben van ons drieen. Slechts toen was ik het, toen ik op het eerlijke gelaat van Mijnheer vertrouwde." Hier zag hij mij ernstig aan. "Mijnheer!" zeide ik, geraakt: "ik heb uwe geheimen bewaard, zelfs ten koste van mijne rust. Maar spreek zacht, bid ik u. Men kon ons beluisteren, en...." "En men zou nog niets verstaan," viel Bos in, "zoolang de vrienden beneden zoo luidruchtig blijven, dat onze woorden door hun gezang gesmoord worden. Ik spreek niet van het bewaren mijner geheimen;--ik vraag, wat uw bezoek op een zoo ongelegen uur, wat de juweelen te beduiden hebben, die ik op de tafel zie?" "De Heer Huyck is onschuldig, mijn vader!" zeide Amelia, eer ik antwoorden kon: "hij is hier op mijn verzoek gekomen ... hij heeft met deze juweelen niets te maken." "Hoe!" herhaalde de vader, meer en meer verstoord: "op uw verzoek? En waart gij dan...? o ik onnoozele!" riep hij, zich voor het hoofd slaande. "De geheele toedracht der zaak is doodeenvoudig," zeide ik, op een toon, zoo kalm als mij maar eenigszins mogelijk was aan te nemen: "indien UEd. aan Mejuffer of mij vergunt, u te verhalen al wat sedert onze komst te Amsterdam heeft plaats gehad, zal het u niet bevreemden dat zij, door den uitersten angst gedreven, mijn raad heeft ingenomen, als van den eenigste, op wien zij wist te kunnen vertrouwen. Door eenige andere uitlegging aan mijne tegenwoordigheid te geven, zou UEd. en haar en mij onbillijk beoordeelen." "Welaan!" zeide de Heer Bos, terwijl hij plaats nam: "ik luister: het zou mij al te veel kosten, mijn achting en liefde te moeten verliezen voor het eenige voorwerp, dat mij nog aan het leven hechtte." Hier stak hij de hand aan zijn dochter toe, die ze met vurigheid kuste. Daarop gaven wij hem een beknopt verslag van het voorgevallene. Hij maakte niet een enkele aanmerking, noch gedurende, noch na den afloop van het verhaal, maar vergenoegde zich met nu en dan bedenkelijk het hoofd
PREV.   NEXT  
|<   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288  
289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   >>   >|  



Top keywords:

Mijnheer

 
plaats
 
spreek
 

terwijl

 
verzoek
 
eenigszins
 

geheimen

 

Amelia

 

eenige

 

juweelen


blijven

 

uitersten

 
gedreven
 

bevreemden

 
geheele
 

toedracht

 

slaande

 
onnoozele
 

doodeenvoudig

 

verhalen


sedert

 

vergunt

 

Mejuffer

 

mogelijk

 

indien

 
Amsterdam
 

beoordeelen

 

Daarop

 
beknopt
 

vurigheid


dochter

 

verslag

 

voorgevallene

 

verhaal

 
afloop
 

vergenoegde

 

bedenkelijk

 

gedurende

 

maakte

 
enkele

aanmerking
 
hechtte
 

uitlegging

 

andere

 

tegenwoordigheid

 

vertrouwen

 

eenigste

 

kunnen

 
onbillijk
 

verstoord