vijftien jaren betreden met een
schraal voorziene beurs, maar met het onverzettelijk voornemen, om die
te vullen: en hij had zijn doel bereikt langs die middelen, welke,
ofschoon toen meer zeldzaam, thans helaas! van jaar tot jaar meer
algemeen worden. Vijf jaar lang had hij op een klein kantoor gewerkt,
gekropen en honger geleden. Toen was hem een gering deel in de winsten
toegekend geworden en weldra bekwam hij, als loon voor zijn onvermoeiden
arbeid, de teekening _per procuratie_. Van deze had hij zich bediend om
zaken voor zichzelven te beginnen; de actiehandel was hem te stade
gekomen: het huis, waar hij deelgenoot in was, had tot tweemalen toe
moeten ophouden met betalen: maar hij zelf was na elk bankroet rijker
voor den dag gekomen, en bevond zich nu aan het hoofd van een
aanzienlijk vermogen en van een winstgevende zaak. Maar het was hem niet
genoeg, zijne wenschen bereikt en schatten verworven te hebben: hij
verlangde nu ook in de groote wereld ontvangen te worden: en dit was
voor hem te Amsterdam, waar de lijn van afscheiding tusschen de
verschillende kringen misschien scherper afgeteekend is dan in eenige
stad ter wereld, geen gemakkelijke zaak. Hij vond zich dan ook overal
teruggedrongen, zoo vaak hij het beproefde, de uitsluitende
gezelschappen der patriciers binnen te dringen; maar hij gaf daarom den
moed niet verloren. Het spreekwoord zegt, dat de Arragoneezen, om een
spijker te slaan, geen hamer behoeven, maar hun hoofd gebruiken: en
Caspar Weinstuebe deed voor de Arragoneezen niet onder. Hij wist zich aan
te sluiten bij jonge lieden, die, zooals Lodewijk Blaek, er minder op
zagen, met wie zij omgingen, mits het slechts liefhebbers waren van
rijden, rossen en geld verteren: en door middel van dezulken hoopte onze
Westfalinger langzamerhand met hooger standen in betrekking te geraken.
Dit middel was hem wel is waar vrij kostbaar; doch hij had sinds lang
vaarwelgezegd aan die taaie zuinigheid en ontbering, die hem tot ladders
hadden verstrekt om tot de fortuin te geraken: en hij wist thans zijn
geld even schoon te verkwisten, alsof hij het van zijn vader geerfd had.
Ofschoon niet misdeeld van eenige schranderheid, en zelfs vlug van
geest, zoo vaak het zijn geldelijk belang betrof, was hij in alle andere
zaken dom en onkundig gebleven, bezat geen manieren ter wereld, en was,
gelijk de meeste gelukzoekers, even trotsch en lomp tegen hen, die hij
als beneden zich beschouwde, als laag en kruipend tegen zijn
me
|