FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313  
314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   >>   >|  
ere, laaghangende wolken sloten zich aan het zwerk ineen, en de beide oevers waren in een oogenblik achter een dicht gordijn van regen verborgen, terwijl de wind, plotseling omschietende, met zulk een geweld in de zeilen voer, dat het vaartuig over een kant ging en stellig zou omgeslagen zijn, indien niet de sterk gespannen touwen aan stukken waren gesprongen. Een algemeene kreet van ontsteltenis deed zich hooren. Lodewijk werd bleek als een laken en een krachtige vloek bestierf op zijn lippen. "Ach! mein Kot!" zeide Weinstuebe: "set mihr aus: ich wil er aus. Ich wil nicht langer hier pleiben." "'t Is niets!" zeide ik, de dames wenschende gerust te stellen; "wij hebben het ergste al geleden. Alle man aan 't werk: dames! gaat in de kajuit!"--En, te gelijk mijn best doende, hielp ik Klaas om de einden touw te kappen waar de gescheurde zeilen in smalle reepen en strooken nog aan bleven fladderen. Reynhove, die bij ongeluk een verkeerd touw had aangegrepen, werd door den schippersknecht op zijde gestooten en liep heen en weder, met de verlegen houding van iemand, die gaarne van dienst wil zijn, maar niet weet op welke wijze. De bui was intusschen meer en meer genaderd, en weldra viel de stortregen op het dek. De dames, hoewel in de kajuit geborgen, waren ook daar niet veilig voor het water, dat als een cascade de trappen afstroomde. Weinstuebe was insgelijks naar binnen gevlucht en prevelde al de gebeden, die hij in zijn leven geleerd had. Lodewijk stond in sombere verslagenheid bij het roer en Reynhove zag mij aan alsof ik er wat aan doen kon. Wij waren allen tot het hemd toe nat; ofschoon Lodewijk het voordeel had van een duffelsche jas, die hij dadelijk had aangeschoten. "Wat zoudt gij nu denken, dat het beste ware?" vroeg ik aan Klaas, op wiens doorzicht ik in dit geval meer vertrouwen stelde dan op dat van zijn meester. "Ja!" zeide bij, om zich heenziende: "te Muiden kunnen wij niet komen. 't Zal best wezen, dat wij aan de overzij een opperwal zoeken en daar ten anker blijven tot het opklaart." Tot mijn genoegen keurde Lodewijk het voorstel goed. Wij heeschen een fokje op, en het gelukte ons, na een paar gangen te hebben gedaan, een goede ligplaats te bereiken, waar wij het anker uitwierpen en nu aan het eind van onzen kabel slingerden, dat het een lust was om te zien. Dit alzoo geschikt zijnde, ging ik naar de deur der kajuit, om te vernemen, hoe de dames het maakten: "hoe is het daar binnen gesteld?" v
PREV.   NEXT  
|<   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313  
314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   >>   >|  



Top keywords:

Lodewijk

 
kajuit
 
Weinstuebe
 

Reynhove

 
binnen
 
hebben
 

zeilen

 

geschikt

 

zijnde

 

ofschoon


voordeel

 

slingerden

 
verslagenheid
 

maakten

 
cascade
 

veilig

 

gesteld

 
hoewel
 

geborgen

 

trappen


afstroomde

 

geleerd

 

sombere

 

gebeden

 

insgelijks

 
vernemen
 

gevlucht

 

prevelde

 
Muiden
 

heenziende


kunnen

 

heeschen

 

gelukte

 

meester

 
genoegen
 

blijven

 

opklaart

 

keurde

 

voorstel

 
overzij

opperwal
 
zoeken
 

bereiken

 

ligplaats

 

denken

 

uitwierpen

 

dadelijk

 

aangeschoten

 
gedaan
 

vertrouwen