FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309  
310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   >>   >|  
n den zeedienst had geexposeerd." "Ja, dat is zeker waar," hernam Suzanna: "maar gelooft UEd. niet, dat men op het land evenveel gevaar kan loopen, van 't hoekje om te gaan? b.v. bij slempmalen, harddraverijen, en andere vermakelijkheden?" Ik zag, dat Reynhove een kleur kreeg. Suzanna had juister getroffen, dan zijzelve wist. "En dan," vervolgde zij: "sterft men aan een galziekte tengevolge van het lekker eten of drinken of breekt men zijn nek door van zijn harddraver af te tuimelen, er is niemand die u beklaagt: maar dan is het _tu l'as voulu George Dandin_: boontje komt om zijn loontje, enz; terwijl men, in een zeeslag sneuvelende, ten minste sterft met het bewustzijn van nuttig geweest te zijn en nog een lofspraak in de courant bekomt bovendien." "Dat is zeker zeer troostrijk voor de erfgenamen," zeide Reynhove, lachende: "ik moet echter avoueeren, dat UEd. volkomen waarheid spreekt; doch UEd. zult mij toestaan te observeeren, dat men ook op andere wijzen zijn Vaderland dienen kan, en dat, wanneer men, zooals ik, eenige zoon is, men beter doet een betrekking te kiezen, welke ons niet obligeert onze familie gedurig en soms voor zeer langen tijd te quiteeren." "En in welke betrekking dient UEd. het Vaderland dan?" vroeg Suzanna. "Tot nog toe in geene," antwoordde hij, half lachende, half beschaamd: "maar ik zal met genoegen de carriere volgen, welke gij mij aan wilt wijzen." "Ik vrees, dat ik een slechte raadgeefster zoude zijn," zeide Suzanna: "en ik zou u beklagen, zoo UEd. in dezen den raad van een ander noodig had." Terwijl zij aldus voortging met hem tot het doel te nemen van haar plagerijen, welke hij echter wel opnam, ja, waarin hij zelfs behagen scheen te scheppen, overlaadde Weinstuebe Henriette met een vloed van zoutelooze vleierijen, waar ik bijna tevergeefs een woordje poogde tusschen te voegen. Tante, die ongaarne een gelegenheid liet voorbijgaan om zich te onderrichten, had zich bij Lodewijk gevoegd, wien zij met hare gewone levendigheid allerlei vragen deed betreffende de zeevaart en stuurmanskunst, welke hij nu en dan beantwoordde, zoo dikwijls hij zijn pijpje uit den mond nam, om een teug uit de nevens hem staande flesch te nemen. Wij waren onder dit alles een goed eind verder gekomen en bevonden ons reeds op de hoogte van Muiderberg, toen Tante, die al pratende niet vergat dat de tijd voortging, aan Lodewijk vroeg, of hij niet welhaast terug zoude keeren, en haar, volgens belofte,
PREV.   NEXT  
|<   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309  
310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   >>   >|  



Top keywords:

Suzanna

 
sterft
 
voortging
 

Vaderland

 
echter
 
wijzen
 

Lodewijk

 

lachende

 

Reynhove

 

betrekking


andere

 

scheen

 
behagen
 

zoutelooze

 
overlaadde
 

scheppen

 

Weinstuebe

 
Henriette
 

Terwijl

 

raadgeefster


beklagen

 

slechte

 

carriere

 

volgen

 

plagerijen

 
noodig
 

vleierijen

 

waarin

 
gewone
 

verder


nevens

 

staande

 

flesch

 

gekomen

 
bevonden
 

welhaast

 

keeren

 

volgens

 

belofte

 
vergat

pratende
 
hoogte
 

Muiderberg

 

voorbijgaan

 

onderrichten

 

gevoegd

 

gelegenheid

 

ongaarne

 
woordje
 

tevergeefs