FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303  
304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   >>   >|  
eft hier zulk een heerlijk uitzicht." Wij versnelden onzen tred en stonden welhaast bij de jonge dames, om met haar het bevallige natuurtooneel te bewonderen, dat zich beneden ons vertoonde. Aan de eene zijde strekte zich, zoover het oog kon reiken, als een gebloemd tapijt, de golvende vlakte uit, waarvan de eentonigheid werd afgebroken door enkele partijen eikenhakhout, dat reeds hier en daar de gele najaarskleur bij net malsche groen van het Augustusloof vertoonde. Ten Zuidwesten vertoonden zich de torens van Naarden, en verder op die van Weesp en Muiden; terwijl Amsterdam slechts even door een grauwen nevel zichtbaar was. Oostwaarts lag het bevallige Huizen en daarachter het netgebouwde Blarikum; en ten Noorden liep de heuvel glooiend af tot de plek, waar de Zuiderzee zijn voet kwam bespoelen: verscheidene vaartuigen van allerlei grootte en soort kruisten elkanderen en in de verte over de stille oppervlakte der wateren: naderbij lagen eenige visschersbooten en kon men de visschers onderscheiden, die hun netten in zee wierpen. Eindelijk, kort aan den wal, lag een rijk verguld en nieuw opgeschilderd speeljacht ten anker, waarvan de rijzige mast en de nette tuigage zich scherp en luchtig afteekenden tegen het groene water en de heldere lucht daarachter. "Ik geloof waarlijk, dat daar het jacht van Lodewijk is," zeide Henriette, na eenigen tijd daarop gestaard te hebben. "Is hij een liefhebber van zeilen?" vroeg ik. "O! Lodewijk heeft alle liefhebberijen van dien aard," antwoordde zij: "maar het zeilen is een hartstocht bij hem. Hij blijft somwijlen dagen achtereen op het water." "Het schijnt een aardig gebouwd vaartuig," zeide ik: "zeker gaat het er goed door." "O! het moet een eerste snelzeiler zijn: althans volgens het zeggen van Lodewijk." "Hoe! Zijt gij er zelve nooit op geweest?--Of houdt gij niet van zeilen?" "Hij heeft mij nooit verzocht om mede te gaan." "Dat geloof ik wel," zeide Suzanna: "die Heeren hebben veel te veel pret onder elkander, dan dat zij er dames zouden bij vragen." "Het schijnt, dat hijzelf aanboord is," hernam ik: "althans daar komt iemand op het dek." "Inderdaad! ik herken hem," zeide Henriette; "maar hij heeft nog een paar Heeren bij zich. Zie eens: zij richten hun kijker op ons." "Wel! dat is niet het gekste, dat zij doen kunnen," zeide ik. "Wat gaan zij nu uitrichten?" vroeg Tante, een groote drukte aan boord gewaarwordende. "Zij maken de sloep los," zeide ik:
PREV.   NEXT  
|<   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303  
304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   >>   >|  



Top keywords:

Lodewijk

 
zeilen
 
hebben
 

Henriette

 
waarvan
 
Heeren
 

althans

 

vertoonde

 

schijnt

 

daarachter


bevallige

 

geloof

 
gebouwd
 

antwoordde

 
aardig
 

hartstocht

 

somwijlen

 
blijft
 

achtereen

 

waarlijk


afteekenden

 

groene

 

heldere

 

eenigen

 

vaartuig

 
gewaarwordende
 

liefhebber

 

daarop

 
gestaard
 

liefhebberijen


eerste

 

aanboord

 

hijzelf

 

hernam

 
iemand
 

vragen

 

zouden

 

elkander

 

Inderdaad

 
kijker

gekste
 
richten
 

herken

 

uitrichten

 

zeggen

 

volgens

 

snelzeiler

 

kunnen

 
drukte
 

geweest