FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302  
303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   >>   >|  
sschien Turksch geworden en Pacha met een half dozijn paardenstaarten; want ik geloof dat hem de godsdienst ook wel om 't even zijn zoude, mits hij maar voortkwame. Ik had laatst werk genoeg, om Van Baalen te beletten van door te slaan, toen hij in tegenwoordigheid van den Heer Blaek en Jetje over dat onderwerp begon. Zij heeft met de _folies_ van haar Tante niet noodig. 't Was anders een aangenaam mensch, die Van Lintz: ik herinner mij nog zeer goed, met hem menigmalen gedanst te hebben. Hij was _la pluie et le beau temps_ in zijn tijd." "Zijn dwaze stap verdient, dunkt mij, eenige verschooning," merkte ik aan. "Er zijn zoovele van die adellijke Heeren uit de land-provincien, die alleen te Amsterdam komen om een rijk huwelijk te doen, en enkel op geld zien. Hij werd ten minste door liefde gedreven en niet door zucht naar schatten." "Neen! die waren bij de Reefzeiltjes niet te zoeken," hernam Tante: "nu, Hendrik Blaek is er ook om gebrouilleerd geraakt met zijn familie; want hij was ook slecht bij kas en is te Cadix, of te Lissabon, weet ik het, arm gestorven. Gij weet zeker, dat Henriette geheel afhangt van de goedheid van haar oom ... en zij heeft wel reden om dankbaar jegens hem te zijn; want al ware zij zijn eigene dochter, hij kon haar niet teederder liefhebben en beter behandelen. Zij zal ook wel eindigen, denk ik, van zijn wensch te vervullen en met haar neef te trouwen.--Waarom zegt gij _hm_?" "Heb ik _hm_ gezegd, Tante?" "Ja neef! _Gij_ hebt gezegd _hm_! En waarom? Zoudt gij het zoo bespottelijk vinden, dat zij Lodewijk nam of Lodewijk haar?" "Wat zal ik u zeggen? Ik bespeur niet, dat zij veel werks van elkander maken: en ik weet althans wel iemand, aan wien ik haar liever zoude gunnen." "_Quel est donc ce heros ou bien ce temeraire?_" vroeg Tante, mij scherp aanziende: "gijzelf toch niet, hoop ik?" "En al ware ik het zelf, Tante? Wat zou UEd. daartegen hebben?" "Ferdinand!" zeide Tante: "gij jaagt mij een schrik op het lijf.--Niet, of het is een lief meisje, maar wat zouden uw vader en moeder wel van mij denken:--alsof ik u beiden had samen willen brengen. En uw vader zou het zeker maar half goedkeuren; want zij heeft niets. Neen! dat zou ik vooralsnog maar uit mijn hoofd stellen." Hier werd ons onderhoud, hetwelk voor mij geene zeer troostrijke wending begon te nemen, afgebroken door Suzanna, die van een hoogte, welke zij met Henriette beklommen had, ons toeriep: "Komt toch hier; men he
PREV.   NEXT  
|<   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302  
303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   >>   >|  



Top keywords:

gezegd

 
Lodewijk
 
hebben
 

Henriette

 
gunnen
 
liever
 

bespeur

 

elkander

 

zeggen

 

althans


iemand

 

vervullen

 
trouwen
 

Waarom

 
wensch
 

behandelen

 

eindigen

 
bespottelijk
 

vinden

 

waarom


stellen

 

onderhoud

 

hetwelk

 

brengen

 

willen

 
goedkeuren
 

vooralsnog

 

troostrijke

 
toeriep
 

beklommen


wending

 

afgebroken

 

Suzanna

 

hoogte

 
beiden
 

gijzelf

 

daartegen

 

aanziende

 

scherp

 
temeraire

Ferdinand
 
zouden
 

moeder

 

denken

 

meisje

 

schrik

 

liefhebben

 

geraakt

 
herinner
 

menigmalen