s voorgeschreven. Dan, dit daargelaten: zoo gij een geheim
bezit, hetwelk gij mij niet vertrouwen moogt, waarom er mij dan over
gesproken? want nu kan ik niet nalaten, te gaan gissen en raden."
"Slechts daarom, mijn vader! omdat mij het denkbeeld onverdraaglijk is,
dat gij mij van gebrek aan vertrouwen beschuldigen zoudt: omdat ik u
smeeken wilde, uw oordeel over mij slechts zoolang op te schorten, tot
ik in staat zal wezen, u de noodige opheldering van mijn gedrag te geven
en te openbaren wat u thans onverklaarbaar moet voorkomen?"
"Gij hebt welgedaan, mijn zoon! En ik zou een slecht rechter zijn,
indien ik u condemneerde, zonder u den tijd te laten om aan te voeren,
wat tot uwe defensie dienende kan zijn. Dit slechts moet gij mij
verzekeren, dat gij niets hebt beloofd, wat tot nadeel van dezen lande
zoude kunnen strekken. Gij weet, dat wanneer het de veiligheid van den
Staat geldt, het _crimen reticentiae_ hem, die het begaat, tot
medeplichtige maakt aan het gesmede landverraad."
"De veiligheid van dezen lande loopt zoo weinig gevaar," zeide ik
glimlachende, "dat UEd. zelf mijn stilzwijgen zult billijken."
"Dan ben ik tevreden," zeide mijn vader.
Op dit oogenblik werd hard aan de voordeur gebeld en hield er een
rijtuig stil.
"Is het reeds zoo laat?" vroeg mijn vader, op zijn horloge ziende: "ja
waarlijk! nu moet gij voort, want ik verwacht een deftig bezoek: of
blijf hier: ik zal in de zijkamer gaan: hij, wien ik verbeid, is een man
van gewicht en dient als zoodanig ontvangen te worden."
Dit zeggende, haastte hij zich naar de zijkamer; maar de persoon, dien
hij verwachtte, verscheen niet: en, gelijk mij later bleek, was het
alleen de Onderschout, die met een koets aan de Beerebijt de aankomst
der Utrechtsche schuit had staan wachten, ten einde den Heer Bos bij het
uitstappen te knippen. Daar deze niet was komen opdagen, en de schipper
verklaarde, dat de gehuurde roef ledig gebleven was, kwam de Onderschout
alsnu eenvoudig verslag geven van het mislukken der hem opgedragen
commissie, en de zaak liep voor 't oogenblik af met een schrobbeering,
die Simon ontving, omdat hij zich had laten verschalken.
* * * * *
EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
WAARIN EENIGE OUDE KENNISSEN WEDER OP HET TOONEEL VERSCHIJNEN EN EEN
PAAR NIEUWE WORDEN INGEVOERD.
Den volgenden morgen (Zaterdag) begaf ik mij, volgens de met Tante
gemaakte afspraak, weder naar Heizicht, waar ik met een klopp
|