FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294  
295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   >>   >|  
elijke invitaties niet te dikwijls zullen komen.--Nu! Ik ga naar bed: want ik heb werk dat ik uit mijn oogen zie. Blijft gijlieden nu ook niet langer plakken." Dit zeggende kuste zij ons goeden nacht en verliet de kamer. Mijn vader rees ook op, en, zich tot mij wendende: "slaap wel!" zeide hij: "maar voor gij u ter ruste begeeft, bid God, dat Hij u vertrouwen inboezeme in een vader, die u liefheeft." De tranen ontsprongen mijn oogen op het hooren dezer toespraak: "Lieve vader!" riep ik, de hand des braven mans tusschen de mijne drukkende en die aan mijn mond brengende: "God weet het, ik zou niets liever verlangen, dan dat ik spreken mocht; maar...." "Ik zal geduld hebben en de ure des vertrouwens afwachten," zeide mijn vader, bedaard: "Gij zijt geen kind meer en ik wil u niet tot spreken dwingen, wanneer gij beter acht te zwijgen. Dit slechts wensch ik, dat de Alwijze uw geest verlichte en u leere wat uw plicht medebrengt."--Met deze woorden drukte hij mij nogmaals de hand en vertrok, terwijl ik mij zuchtende naar mijn slaapkamer begaf. Zoo had ik dan voor 't eerst mijn ouderen VOORGELOGEN!--Ach! ik gevoelde te wel de behoefte, om het voorschrift mijns vaders na te volgen: en in angstige verzuchtingen smeekte ik den Almachtige, mijn gangen te bestieren en mij licht te geven op mijn donkeren weg. Dit besluit nam ik echter, om, wat er ook de gevolgen van wezen moesten, mijn vader te overtuigen, dat ik, hoezeer misschien verkeerdelijk mijn woord gegeven hebbende, door hem zelfs niet van mijn belofte ontslagen kon worden. Het was dan ook met dit oogmerk, dat ik den volgenden dag na den eten, en toen ik wist, dat Heynsz zich verwijderd had, mijn vader kwam opzoeken. Ik had dit oogenblik verkozen, omdat ik wenschte uit te vorschen, of Heynsz den Heer Bos ook verklapt had, in welk geval mijn verplichting tot geheimhouding ophield en ik, door voor de zaak uit te komen, dezen laatste misschien dienst kon doen. Mijn vader bespeurde wel aan mijn houding, dat ik iets op het hart had, en, zijn papieren ter zijde schuivende, vroeg hij met een ongemeene vriendelijkheid: "Hebt gij iets met mij te spreken? Dan zal ik die stukken wel even laten rusten. Echter heb ik niet lang tijd," vervolgde hij, op zijn uurwerk ziende: "want waarschijnlijk zal er straks een bezoek komen." "Ik heb u slechts weinige woorden te zeggen, Vader!" zeide ik, "maar ik wenschte wel, dat ons gesprek langdurig zijn kon." "Wat meent gij? Dat klinkt ee
PREV.   NEXT  
|<   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294  
295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   >>   >|  



Top keywords:

spreken

 
slechts
 
woorden
 

Heynsz

 
misschien
 
wenschte
 

worden

 

opzoeken

 

volgenden

 

oogmerk


verwijderd

 

besluit

 
echter
 

donkeren

 
Almachtige
 

gangen

 

bestieren

 
gevolgen
 

hebbende

 

belofte


gegeven

 

oogenblik

 

moesten

 

overtuigen

 

hoezeer

 
verkeerdelijk
 

ontslagen

 

vervolgde

 
uurwerk
 

ziende


Echter

 

rusten

 

stukken

 

waarschijnlijk

 
straks
 

klinkt

 

langdurig

 

gesprek

 

bezoek

 
weinige

zeggen
 
vriendelijkheid
 

verplichting

 

geheimhouding

 

ophield

 

verklapt

 

vorschen

 

papieren

 
schuivende
 

ongemeene