FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280  
281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   >>   >|  
t een jongetje: en toen werd het vertrek verlicht door de vlam en zagen wij ook een meisje, dat half gestikt op den grond lag. Maar nu moesten wij terug en dat was een moeielijker geval. De tocht, die woei door de opene achterdeur, had weder erger gemaakt den brand en de toegang was ons versperd van dien kant. Nu haastten wij ons open te maken het raam: ik sprong er uit en mijn kameraad gooide mij eerst de kinderen een voor een toe en volgde toen mijn voorbeeld. Ik dacht, wij zouden nu terugkeeren bij de ouders; maar de vreemdeling hield mij staande en vroeg wie ik was. "Een arme drommel," zeide ik, "een vreemde zwerver, die niets bezit."--"_Tant mieux_," zeide hij: "haast u, eer iemand komt: ik moet vluchten om een _affaire d'honneur_. Trek mijne kleederen aan en geef mij uw kiel. In mijn zakken vindt gij geld genoeg." En zonder er iets bij te voegen, had hij mij mijn kiel van 't lijf gehaald, vlugger dan zoude doen de beste kamerdienaar, die aan zijn lijf getrokken, was op het paard gesprongen, en voort, den tuin door, en weg. Wat zou ik doen? Ik trok rok en vest aan; en pas had ik dat gedaan of er kwam een geheele zwerm menschen opdagen: zij hadden uit den weg geruimd het gevallen puin en een vrijen doortocht tot ons verkregen. Ik bracht de kinderen bij papa en mama: zij zagen mij allen aan voor den vreemden Cavalier: niemand kende mij, en ik hield mij goed en lamenteerde slechts, dat mijn paard mij ontstolen was, terwijl ik mij bevond in het brandende huis. Terwijl wij daar bezig waren, kwamen er een stuk of zes dienaars van de wacht aan te paard van Lyon en in vollen draf. "Aha!" zeide de voorste, zoodra hij mij in 't oog kreeg: "daar hebben wij onzen maat. Nu zult gij ons niet ontsnappen, monsieur Cartouche!"--Met pakten zij mij aan, maar een hunner, die Cartouche waarschijnlijk kende, zeide, toen hij mij nader aanschouwde, dat zij zich bedrogen en dat Cartouche veel ouder was:--Ik was toen even over de twintig. Zij wilden mij echter meepakken, onder voorwendsel dat ik bij mij had geene papieren; maar ik zeide, die waren in mijn _portemanteau_ met mijn paard voort: en al de dorpelingen namen mijn partij, omdat ik mij zoo goed had geweerd: en 't scheelde niet veel of de dienaars hadden gekregen braaf slaag.--De pastoor van 't dorp kwam mij vragen bij hem te blijven dien nacht: ik nam aan en toen ik mij uitkleedde vond ik in mijn karmozijnen rok een beurs met tweehonderd _louis d'or_. Ik verstopte mijn broek, die niet
PREV.   NEXT  
|<   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280  
281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   >>   >|  



Top keywords:

Cartouche

 
kinderen
 
hadden
 

dienaars

 
brandende
 
lamenteerde
 

ontstolen

 

Terwijl

 

bevond

 

terwijl


slechts

 

blijven

 
vragen
 

uitkleedde

 
kwamen
 

niemand

 

doortocht

 
verkregen
 

verstopte

 

vrijen


geruimd

 

gevallen

 

bracht

 

Cavalier

 

karmozijnen

 
vreemden
 

tweehonderd

 

partij

 
twintig
 

scheelde


bedrogen

 

geweerd

 

wilden

 

voorwendsel

 
portemanteau
 

meepakken

 

dorpelingen

 

echter

 

aanschouwde

 
hebben

zoodra
 
pastoor
 

papieren

 

voorste

 

pakten

 

hunner

 

waarschijnlijk

 

gekregen

 
ontsnappen
 

monsieur