FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327  
328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   >>   >|  
r Gervaas Van Praet zond eenen wapenbode naar den burg om den Kerels eene opschorsing der vijandelijkheden tot morgen bij zonsopgang te verzoeken, ten einde men de gekwetsten mocht opnemen en de dooden begraven. Deze vraag werd ingewilligd, en de Kerels staken boven de Hofpoort de witte vredevlag uit. Binnen den burg had men insgelijks een zeker getal dooden en gekwetsten. De eersten begroef men op het kleine kerkhof nevens St-Donaas; de anderen verzorgde men in het klooster. De avond was reeds gevallen, toen men de dooden ter aarde besteld en alles op de wallen tot de afwering van eenen nieuwen stormloop had in gereedheid gebracht. Hacket, de kastelein, stelde eenige geringe wachten boven de muren, en gaf den overigen mannen oorlof te gaan rusten in de kloostergebouwen en in de Love, waar men groote vuren had ontstoken, aangezien er een koude gure wind was ontstaan. Dewijl het nu wapenstilstand was tot den volgenden morgen, konden de mannen die de wacht niet hadden eenige rust na de vermoeienis van den druk doorgestreden dag genieten. In den eerste hadden de Kerels, rondom de vuren gezeten, hunne schitterende zegepraal geroemd of den dood van velen hunner gezellen door eenige woorden van treurnis beklaagd; maar welhaast deed de warmte hen onder eene onweerstaanbare sluimerigheid bezwijken, en zij legden zich langs de wanden der kamers gansch gekleed te slapen. Alles werd doodstil op den burg. Zelfs de schildwachten boven de wallen wankelden in hunnen stap of zwijmelden, met gesloten oogen, achter de kanteelen voort. Zij waren toch zoo moede van eenen ganschen dag hevig strijden; al hunne gewrichten deden hun zeer, en de afgematheid beroofde hen schier van gevoel en besef. Daarbuiten, op de Markt en in de straten rondom den burg, was het even stil. Men zou gemeend hebben dat in gansch Brugge geen enkel mensch meer waakte. Zeker, de Isegrims, na een zoo schrikkelijk verlies, konden dien nacht niets tegen den burg meer ondernemen. Daarenboven, het was wapenstilstand tot het rijzen der zon. Door dergelijke overwegingen gansch gerustgesteld, sloten de schildwachten allengs de oogen en vielen in slaap achter de kanteelen, of daalden van den muur om zich bij de vuren te gaan warmen. Toen het uur van middernacht naderde, was een groot gedeelte van den wal door de schildwachten verlaten. In de kamer van des kasteleins Steen zat Robrecht in eenen leunstoel; hij had het hoofd achterover tegen den rug va
PREV.   NEXT  
|<   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327  
328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   >>   >|  



Top keywords:

Kerels

 
schildwachten
 
gansch
 

dooden

 
eenige
 
wallen
 

kanteelen

 

mannen

 

achter

 

wapenstilstand


konden

 

hadden

 
rondom
 

morgen

 
gekwetsten
 

gewrichten

 

gemeend

 
strijden
 

afgematheid

 

beroofde


straten

 

Daarbuiten

 

schier

 

ganschen

 

gevoel

 
doodstil
 

wankelden

 

hunnen

 
slapen
 

wanden


kamers

 

gekleed

 

zwijmelden

 

hebben

 
gesloten
 

wapenbode

 

Brugge

 

naderde

 

gedeelte

 
verlaten

middernacht
 
daalden
 

warmen

 

achterover

 

leunstoel

 

kasteleins

 

Robrecht

 

vielen

 
schrikkelijk
 

Isegrims