FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338  
339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   >>   >|  
orden, bij middel der uitdeeling van de verbeurde rijkdommen en grondbezittingen der Erembalds en hunner aanhangers. Daarenboven, mher Gervaas, wat is gemakkelijker, indien de poorters een slecht gebruik van de hun verleende rechten maken, dan hun die rechten weder te ontnemen?" De veldheer stapte mijmerend voort. "Maar zeg eens, mher Gervaas", vroeg Baudewijn Van Aelst, "mij heeft de koning nog eenen anderen last opgelegd. Ik ging het haast vergeten. Karel van Denemarken was rijk. Waar is zijn schat gebleven?" "De Kerels hebben 's graven rekenmeester gedwongen hun dien schat ter hand te stellen." "En zij bezitten hem nog?" "Zeker: vele duizenden marken zilvers en kostbare juweelen." "De koning eischt dat die schat hem overgeleverd worde." "Met den besten wil der wereld is het ons vooralsnu onmogelijk den koning hierin te gehoorzamen. Hij zal moeten wachten totdat wij de Kerels, die nog op den burg zijn, geheel hebben overwonnen." "Wel hoe? Men heeft mij daar, op het plein, gezegd, dat gij den burg na eene hevige bestorming hebt ingenomen!" "Inderdaad, mher Baudewijn, maar wij krijgen hem niet geheel. De Kerels bezetten op den burg nog de proostdij, het klooster en de kerk van St-Donaas." "Dit verwondert mij!" mompelde mher Baudewijn. "Indien gij zegevierend binnen den burg kondet dringen, waarom hebt gij uwe overwinning dan niet voortgedreven? Wat kon u daarin beletten?" "Gij hebt gelijk", antwoordde de veldheer, "eene beklaaglijke omstandigheid heeft ons te midden der overwinning teruggehouden Men had den Gentenaars en onze wapenknechten beloofd hun den burg ter plundering over te geven. Zoohaast waren wij er niet binnen, of al onze mannen, in stede van de Kerels te vervolgen en tot het einde toe te bestrijden, zijn in verwarring en door de gierigheid verblind, naar de veroverde gebouwen geloopen en hebben beginnen te plunderen. Het was ons, ridderen, niet meer mogelijk iets gedaan te krijgen van mannen, die tot bezwijkens toe beladen waren met buitgemaakte voorwerpen. Onderwijl hebben de Kerels zich binnen de geestelijke gestichten van den burg opnieuw versterkt. Deze gestichten zijn omringd met wallen, gaanderijen en torens, als eene afzonderlijke vesting." "Maar indien gij nu opnieuw eenen algemeenen storm geboodt?" "Onmogelijk, mher Baudewijn. Wij hebben schrikkelijke verliezen geleden. Mijne mannen moeten rusten; de stormtuigen en ladders kunnen zonder herstelling niet meer dienen."
PREV.   NEXT  
|<   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338  
339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

Kerels

 
Baudewijn
 

mannen

 

binnen

 

koning

 
opnieuw
 
gestichten
 

overwinning

 

geheel


krijgen
 
moeten
 
veldheer
 

rechten

 

indien

 

Gervaas

 
grondbezittingen
 

vervolgen

 

rijkdommen

 

Erembalds


Zoohaast

 

hunner

 

verbeurde

 

veroverde

 

gebouwen

 

geloopen

 

verblind

 

gierigheid

 

bestrijden

 

verwarring


daarin

 

beletten

 

gelijk

 

Daarenboven

 

voortgedreven

 
antwoordde
 
beklaaglijke
 

aanhangers

 

wapenknechten

 

beloofd


plundering
 
Gentenaars
 

omstandigheid

 

midden

 

teruggehouden

 

beginnen

 
plunderen
 

geboodt

 
Onmogelijk
 

algemeenen