FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325  
326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   >>   >|  
kermen om deernis en om hulp. Den ganschen namiddag duurde de schrikkelijke bestorming voort, nu voor eene wijl opgeschorst, dan weder met nieuw geweld hernomen, nogmaals onderbroken, om nieuwe werktuigen aan te voeren, doch nimmer opgegeven. De grachten van den burg schenen opgevuld met bloed; hun water, bijna geheel overdekt met lijken, was donkerrood geworden. Er kwam een oogenblik dat ook de onversaagdsten de onmogelijkheid om op zulke wijze den burg in te nemen, erkenden; en alhoewel zij van spijt schier razend waren, gaven zij gehoor aan het bazuingeschal, dat hen uit de bestorming riep, en weken terug op de Markt tot buiten het bereik der pijlen. De aanval scheen opgegeven, want geen enkel Isegrim was aan den voet der vesting gebleven, en de ladders, meest aan brand gestoken door het vlammend pik, stonden daar gansch verlaten. Van op de muren zonden de Kerels zulke machtige zegeschreeuwen, zulk donderend triomfgejubel in de hoogte, dat de galmen er van als een rollende donder over de gansche stad herklonken. De veldheer Gervaas Van Praet en zijne ridders waren van gevoelen dat men voor dien dag de bestorming hoefde te staken; maar de Gentenaars, beschaamd over hunne vruchtelooze poging of verwoed over het verlies van den hun beloofden buit, wilden van geen terugwijken hooren. Volgens hen moest men den houten toren, die in de Hoogstraat stond, tot bij den wal van den burg voeren en dan, terwijl men nog eenen algemeenen aanval zou wagen, langs de valbrug van den toren op de muren springen. De Kerels waren vermoeid en hadden insgelijks vele mannen verloren. Aan deze uiterste bestorming zouden zij niet kunnen weerstaan. De ridders stemden in dezen laatsten aanval toe, en de veldheer begaf zich met de dappersten zijner gezellen naar de Hoogstraat, om bij de aanvoering van den toren en de beklimming van den muur langs dien kant tegenwoordig te zijn. Na een half uur verpoozing, gedurende welken tijd de benden opnieuw tot den aanval werden ingericht en alles ten beste geschikt, gaf mher Gervaas Van Praet, door het herhaald geschal der bazuinen, het sein tot den algemeenen stormloop. Terwijl langs alle kanten de ladders weder werden gerecht en de aanvallers met evenveel woede doch even vruchteloos den muur poogden te beklimmen, hadden honderden mannen zich in de Hoogstraat aan den stormtoren gespannen of stieten met hunne schouders er tegen, om hem op zijne rollen vooruit te stuwen. De Kerels, die we
PREV.   NEXT  
|<   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325  
326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   >>   >|  



Top keywords:

bestorming

 
aanval
 
Hoogstraat
 

Kerels

 
werden
 
mannen
 

veldheer

 

Gervaas

 

hadden

 

algemeenen


ridders

 

voeren

 
ladders
 

opgegeven

 
vermoeid
 

zouden

 

springen

 
verloren
 

uiterste

 

insgelijks


schouders

 

Volgens

 

houten

 

hooren

 

terugwijken

 
beloofden
 

wilden

 

stuwen

 
vooruit
 

terwijl


rollen

 

kunnen

 

valbrug

 

geschikt

 
ingericht
 

poogden

 

benden

 

opnieuw

 

herhaald

 
geschal

evenveel
 
Terwijl
 

aanvallers

 

gerecht

 

bazuinen

 

stormloop

 

vruchteloos

 

welken

 
beklimmen
 

dappersten