FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301  
302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   >>   >|  
woorden hem hadden getroost en eenen helderen straal van hoop in zijn hart hadden geworpen. Nog gedurende eenigen tijd koutte hij meer opgeruimd met den kanunnik; dan ziende dat zijne mannen hunnen arbeid hadden voltooid, zeide hij dat hij op de wallen moest gaan om te zien of alles aan de zijde naar de Markt, met welker verdediging hij was belast, tot het afweren van eenen storm in gereedheid was. Hij dankte nog eens den kanunnik voor zijne troostende belofte, en beklom dan, door zijne mannen gevolgd, den hoogen vestingmuur. Nadat hij zijne bevelen had uitgedeeld, wandelde hij achter de kanteelen over en weder en schouwde over de Markt naar den vijand, die buiten het bereik der pijlen in en voor de huizen zich hield. Veel bedrijvigheid bemerkte hij niet tusschen hen; zij schenen te rusten, en waarschijnlijk zouden zij dien dag niets ondernemen. In dit vermoeden werd hij bevestigd door den kastelein Hacket, die hier bij hem kwam en zeide: "De vijand zal heden geenen aanval wagen, en misschien morgen evenmin." "Mij dunkt insgelijks dat zij ginder gansch ondadig zijn", antwoordde Robrecht; "maar, oom, hoe kunt gij hunne inzichten kennen?" "Ik weet het door eenen brief dien men in den burg geschoten heeft. De brief zegt dat de Isegrims niets zullen ondernemen voordat de Gentenaars met de groote stormtuigen aankomen?" "De Gentenaars?" herhaalde Robrecht, het hoofd ontevreden schuddende. "De poorters van Gent waren onze vrienden, en zij insgelijks haatten de Isegrims, die hunne reeds ingekorte vrijheden bedreigden. Eilaas, de moord van graaf Karel heeft hen nu vijanden der Kerels gemaakt!" "Toch niet; gij misgrijpt u. Geen enkel poorter zal tegen ons willen optrekken; maar de stormtuigen behooren tot den burg van Gent, en de kastelein dier stad heeft al de mannen der kroon tot zijne beschikking. Dezen zijn het die de stormtuigen zullen aanvoeren. Zij kunnen zich nog eenige dagen laten wachten; in dit geval beklaag ik hen: zij zullen hier het groote Kerlenleger vinden en al hun stormtuig verliezen." "Maar, oom, is het bericht dat gij hebt ontvangen geene list om onze waakzaamheid te doen verslappen?" "Neen; ik meen het schrift te herkennen. Het is van eenen verkleefden vriend der Kerels. Zie, de brief is onderteekend." Hij reikte zijnen neef een geopend stukje perkament. Deze bestaarde het eene wijl en mompelde: "Wat beduidt het beeld van eenen rooster, dat men onder de letter E heeft geteekend?
PREV.   NEXT  
|<   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301  
302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   >>   >|  



Top keywords:

mannen

 

hadden

 

stormtuigen

 

zullen

 
Kerels
 

insgelijks

 

ondernemen

 

vijand

 
kastelein
 

kanunnik


Robrecht
 
groote
 

Isegrims

 

Gentenaars

 

poorters

 

poorter

 

behooren

 

schuddende

 

optrekken

 

herhaalde


ontevreden
 

willen

 

ingekorte

 

bedreigden

 

vrijheden

 

Eilaas

 
haatten
 
misgrijpt
 

vijanden

 
gemaakt

vrienden

 

zijnen

 
reikte
 

stukje

 

geopend

 
onderteekend
 
herkennen
 

schrift

 

verkleefden

 

vriend


perkament

 

rooster

 

letter

 
geteekend
 

beduidt

 
bestaarde
 

mompelde

 

wachten

 

aankomen

 
beklaag