FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291  
292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   >>   >|  
de poort gesloten....] Daarom tevens verbood hij dat iemand zich tot plunderen begave. Wel was hij voornemens de woningen der Erembalds te laten verdelgen en hunne goederen den wapenlieden tot buit te geven; maar daarover wilde hij, zooals de voorzichtigheid het gebood, slechts morgen bij klaren dag beslissen. Nauwelijks had hij dus zijne bevelen uitgedeeld, of hij trad nevens de kapelle in een openstaand poortershuis, waar hij licht bemerkte. Hoe hij ook riep, niemand antwoordde hem; de bewoners, door het akelig nachtgevecht verrast en verschrikt, waren gevlucht. Mher Van Praet zette zich neder op eenen stoel en veegde zijn zweet af. Daar verscheen voor hem Disdir Vos, die met eenen zegevierenden lach op het gelaat hem vroeg: "Welnu, veldheer, heb ik mijn woord gehouden, of niet?" "Ja, mher Vos", antwoordde Gervaas, "het kostte evenwel veel, veel bloed." "Maar zooveel te meer gerucht zal deze overwinning maken, zooveel te grooter zal de roem zijn voor u en uwe ridders, die de sterke stad Brugge hebt gewonnen zonder hulp der Gentenaars." "Het is waar, mher Vos; ik ben u dankbaar en zal mijne belofte jegens u vervullen, wees des zeker." "Ik kom u reeds iets vragen", zeide Disdir. "Spreek stoutelijk." "Mij zou het vermaak doen, veldheer, dat gij een twintigtal trouwe, moedige wapenlieden onder mijn bevel steldet. De jonkvrouw, waarvan ik u heb gesproken, Dakerlia Wulf, zou ik zoowel tegen mishandeling door uwe wapenknechten als tegen ontvoering vanwege de Erembalds willen behoeden." "Doe naar uw goeddunken, mher Vos. De twintig wapenlieden zullen u worden gegeven." "Er is nog eene andere jonkvrouw, de eigen zuster van Robrecht Sneloghe. Indien ik deze terzelfder tijd onder mijne bewaking nam, zou zij u kunnen dienen als gijzelaresse. Ik zal de beide jonkvrouwen naar mijnen Steen in de Moerstrate leiden. Zult gij gelieven bevelen te geven, opdat iedereen dien Steen eerbiedige?" "Onmiddellijk. Roep, bid ik u, mher Raas Van Gaveren, die in de kamer aan de straat met eenigen zijner gezellen zich bevindt." Toen Disdir Vos deze boodschap had vervuld en met den aangewezen ridder was teruggekeerd, zeide de veldheer: "Mher Van Gaveren, ik verzoek u onder uwe wapenlieden er twintig uit te kiezen en dezen ter beschikking van onzen vriend Disdir Vos te stellen. Zij zullen onder zijn bevel staan en hem gehoorzamen totdat zij door anderen worden vervangen." Disdir verliet het huis met mher Van
PREV.   NEXT  
|<   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291  
292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   >>   >|  



Top keywords:

Disdir

 

wapenlieden

 

veldheer

 

antwoordde

 
twintig
 

jonkvrouw

 

zullen

 

worden

 
zooveel
 

bevelen


Gaveren
 
Erembalds
 

verliet

 

behoeden

 

willen

 

vanwege

 

vriend

 

ontvoering

 

beschikking

 

stoutelijk


kiezen
 

goeddunken

 

vermaak

 

wapenknechten

 

gehoorzamen

 

steldet

 
vervangen
 
totdat
 

twintigtal

 
moedige

anderen

 

zoowel

 
stellen
 

mishandeling

 

Dakerlia

 
waarvan
 
gesproken
 

gegeven

 

trouwe

 

gijzelaresse


jonkvrouwen

 

mijnen

 

dienen

 
Spreek
 

straat

 
kunnen
 

Moerstrate

 

eerbiedige

 

Onmiddellijk

 
iedereen