FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289  
290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   >>   >|  
on dan eindelijk de afgrijselijke menschenslachting te midden eener duisternis die niemand toeliet vriend of vijand te onderscheiden. Men hoorde er niets anders dan het wraakgehuil der strijders, het noodgekerm der stervenden, het geknars der zwaarden en boven dit alles het aanhitsend geschreeuw: "Blauwvoet! Blauwvoet! Isegrim! Isegrim!" dat onophoudend door duizenden monden ten hemel werd geworpen, en als het gebruis eener stormachtige zee met klimmende en dalende kracht over de Markt heen en weder golfde. Men struikelde er over lijken, men vertrappelde er gekwetsten, men waadde er door plassen bloed, men viel er neder met gekloofd hoofd of doorboorde borst, zonder dat men zelfs de schaduw zijns vijands had kunnen zien. Wel waren er vele honderden Kerels en poorters uit den burg en van de stadswallen komen toegeloopen; maar de Steenstraat spuwde nog immer nieuwe gedeelten van het ridderleger op de Markt. Niemand kon oordeelen over den gang of over de kansen van den akeligen nachtstrijd. De eenige en onzekere maatstaf waren de oorlogskreten "Blauwvoet! Isegrim!" maar tot nu toe galmden ze beide met evenveel kracht en hevigheid. De kastelein Hacket, die te midden der Kerels had gevochten, meende dan te bemerken dat zijne mannen, onder den druk eener onweerstaanbare overmacht, allengs achteruitweken. Door een angstig gepeins aangegrepen, verliet hij den strijd en ging terug tot bij de Hofstraat, om over den toestand te kunnen oordeelen. Hier bekwam hij, na eenige oogenblikken te hebben geluisterd, de droeve overtuiging dat het krijgsgeroep der Kerels verzwakte, terwijl integendeel het geschreeuw der Isegrims meer en meer in kracht verdubbelde. Hij liep achter de schaar zijner mannen en kreet daar uit al zijne macht: "Wijkt naar den burg! Kerels, naar den burg! Langzaam, langzaam naar den burg!" Men herkende zijne stem, en zijn bevel werd door vele Kerels herhaald. Het was tijd; want op dit oogenblik boorde eene machtige bende Isegrims van terzijde door den vijand en sneed aldus meer dan de helft der Kerels van hunne gemeenschap met den burg af. Aan het ontvangen bevel gehoorzamende, weken de Kerels, wien de baan nog vrijstond, al vechtende door de Hofstraat naar den burg, en een groot getal hunner geraakte er nog behouden binnen. Men had even de egge neergelaten en de poort gesloten, toen de Isegrims, onder het bulderen van vermaledijdingen en zegevierend geschreeuw, met hunne zwaarden er begonnen o
PREV.   NEXT  
|<   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289  
290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   >>   >|  



Top keywords:

Kerels

 

geschreeuw

 

Blauwvoet

 

Isegrim

 
Isegrims
 

kracht

 

kunnen

 

oordeelen

 
Hofstraat
 

eenige


mannen
 
vijand
 

zwaarden

 

midden

 

duisternis

 

achter

 

schaar

 

zijner

 

verdubbelde

 

langzaam


herkende
 

Langzaam

 

afgrijselijke

 

menschenslachting

 

integendeel

 

verzwakte

 
strijd
 
niemand
 

gepeins

 
aangegrepen

verliet

 

toestand

 
droeve
 

overtuiging

 

krijgsgeroep

 
geluisterd
 
hebben
 

bekwam

 

oogenblikken

 

terwijl


herhaald

 

hunner

 

geraakte

 
behouden
 

binnen

 
vrijstond
 

vechtende

 

vermaledijdingen

 

zegevierend

 
begonnen