FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286  
287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   >>   >|  
kker" De bekers nedergezet zijnde, vroeg Gheldorf met eenigen twijfel in de stem: "Het zou dus inderdaad waar zijn, mher Vos, dat gij ons de stad Brugge leveren gaat?" "Gij zult het zien." "Maar gij zijt een Kerel. Voor hooveel marken zilvers hebt gij uwe broeders verkocht?" Disdir Vos aanschouwde hem met vlammende oogen en riep uit: "Mher Gheldolf, gij hoont mij onverdiend. Ware uw veldheer hier, ik zou hem zeggen dat ik van mijn voorstel afzie, en nimmer zoudt gij de stad Brugge krijgen!" "Nu, nu, mher Vos, vergram u niet", sprak de andere onbewogen. "Men ziet toch zelden dat iemand zijn eigen geslacht verraadt, zonder dat hij wete tot welken prijs." "Dit is waar", voegde Hugo Van Rolleghem er bij, "maar deze ridder heeft gewis redenen van eenen anderen aard." "Zooals gij zegt, heer", bevestigde Disdir. "Mijn geslacht verraad ik niet; maar ik wil medewerken tot het wreken eener euveldaad die mij met verontwaardiging en afgrijzen heeft vervuld." "En zijn het de Kerels niet die onzen armen graaf hebben vermoord?" vroeg Gheldolf. "Neen, de Kerels niet." "Wie dan?" "De Erembalds." "De proost van St-Donaas en de kastelein?" "Ja, ja, en Burchard Knap en Robrecht Sneloghe." "Ingelram Van Bessen en Isaac Van Reninghe, die den hofsraadsheer en den hofbottelier zoo wreedelijk hebben neergeveld, zijn toch geene Erembalds?" "Neen, maar het zijn hunne vrienden. Door mher Robrecht Sneloghe zijn zij in het vloekbaar eedgenootschap getrokken." "Wat gij zegt! Het is schier ongeloofelijk. Wij hebben berichten van lieden die ooggetuigen van alles waren. Mher Sneloghe was niet bij den moord aanwezig. Hij heeft geweend over het lijk, het eere bewezen en het verdedigd tegen schennis, zoo ten minste verklaarde ons de oude kanunnik Littra, die hier met ons in het leger is." "Mher Robrecht is de grootste huichelaar der wereld", antwoordde Disdir. "Hij is de aanstoker der misdaad geweest. Zijn schijnheilig gedrag heeft den kanunnik Littra bedrogen. Ik zal, op tijd en plaats daarvan ontegensprekelijke bewijzen leveren." "Op mijn riddereer!" riep Gheldolf uit, "ik had veel achting voor mher Sneloghe; maar nu, wees zeker, indien ik hem ontmoet zal ik hem met blijdschap het hoofd klooven!" "Dan zult gij u mogen beroemen hem te hebben gestraft die de eerste en ware oorzaak van des graven beklaaglijken dood was", bevestigde Disdir. Er trad een zeer jong ridder of schildknaap in de kamer, en deze s
PREV.   NEXT  
|<   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286  
287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   >>   >|  



Top keywords:

Sneloghe

 

hebben

 

Disdir

 

Gheldolf

 
Robrecht
 

geslacht

 

kanunnik

 

Littra

 
Erembalds
 

ridder


bevestigde
 
Kerels
 

Brugge

 

leveren

 

bewezen

 

verdedigd

 

geweend

 

verklaarde

 

grootste

 

huichelaar


twijfel
 

Gheldorf

 

minste

 

schennis

 

vloekbaar

 

eedgenootschap

 
vrienden
 
wreedelijk
 

neergeveld

 
getrokken

ooggetuigen

 

wereld

 
lieden
 

berichten

 

schier

 
ongeloofelijk
 
aanwezig
 

aanstoker

 

gestraft

 

eerste


oorzaak

 

beroemen

 

blijdschap

 
klooven
 

graven

 
schildknaap
 

beklaaglijken

 

ontmoet

 

indien

 
bedrogen